E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2022:694
Hoge Raad, 21/04068

Inhoudsindicatie:

OM-cassatie. Beklag, beslag ex art. 94a Sv op auto onder klaagster t.z.v. verdenking hennepteelt en diefstal elektriciteit. Was de (tweede) inbeslagneming van de auto onrechtmatig?

HR: Op redenen vermeld in CAG slaagt middel.

CAG: De opvatting dat een op de voet van art. 94a Sv gelegd beslag niet voor een tweede keer op hetzelfde voorwerp kan worden gelegd, vindt in het algemeen geen steun in het recht. Het recht vereist evenmin dat RC bij tijdsverloop een gegeven machtiging tussentijds toetst, alvorens OvJ tot het leggen van beslag mag overgaan.

Het beslag o.g.v. art. 94a Sv strekt tot bewaring van het recht tot verhaal van een op te leggen geldboete van de vijfde categorie of tot verhaal van een op te leggen betalingsverplichting ter ontneming van w.v.v.. De gegeven machtiging strekte in dit geval tot het veiligstellen van vermogen van klaagster tot € 1.121.989,44. De aard van het conservatoire beslag brengt mee dat tot dat bedrag op verschillende vermogensvoorwerpen van klaagster beslag kon worden gelegd. Zodra auto vrij was van het eerste beslag en door de aankoop weer toebehoorde aan klaagster, kon hierop dus wederom conservatoir beslag worden gelegd o.g.v. dezelfde machtiging. Kennelijk oordeel Rb dat de tweede beslaglegging onrechtmatig was, is dus onjuist.

Rb is daardoor klaarblijkelijk ook niet toegekomen aan de toetsing van de maatstaf of niet hoogst onwaarschijnlijk is dat strafrechter, later oordelend, een geldboete of een ontnemingsmaatregel aan klaagster zal opleggen. Onduidelijk blijft ook wat Rb heeft bedoeld met haar overweging dat het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave van auto verzet, nu dit enkel bij beslag ex art. 94 Sv aan de orde is.

Volgt vernietiging en terugwijzing.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie