Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04068 B
Datum 17 mei 2022
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 6 juli 2021, nummer RK 21/1143, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klaagster] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
hierna: de klaagster.
1 Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door het openbaar ministerie. Het heeft bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing van de zaak naar de rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, teneinde op het bestaande klaagschrift opnieuw te worden behandeld en afgedaan.
2 Beoordeling van het cassatiemiddel
2.1Het cassatiemiddel komt op tegen de gegrondverklaring van het beklag tegen het op grond van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering onder de klaagster gelegde beslag op een auto. Het klaagt over het oordeel van de rechtbank dat de tweede inbeslagneming van die auto onrechtmatig was.
2.2Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 4.5 tot en met 4.7.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Midden-Nederland, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 mei 2022.