Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Rijden terwijl verdachte wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, art. 9.2 WVW 1994. Bewijsklachten. Kan uit omstandigheid dat rijbewijs van verdachte 8 jaren geleden ongeldig is verklaard, worden afgeleid dat verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en dat aan verdachte daarna geen ander rijbewijs is afgegeven? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2019:1146 m.b.t. vereisten om tot bewezenverklaring van een op art. 9.2 WVW 1994 toegesneden tll. te kunnen komen. Uit bewijsvoering kan niet z.m. volgen dat verdachte “wist of redelijkerwijs moest weten” dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en ook niet dat na ongeldigverklaring van rijbewijs aan verdachte geen ander rijbewijs is afgegeven.

Volgt vernietiging en terugwijzing. CAG gaat in op ontvankelijkheid cassatieberoep.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 20/03757

Datum 22 februari 2022

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 4 november 2020, nummer 23-000272-20, in de strafzaak

tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,

hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft H. Bakker, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2 Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1

Het cassatiemiddel klaagt dat de bewezenverklaarde overtreding van artikel 9 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) door het hof niet toereikend is gemotiveerd.

2.2.1

Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij:

“op 16 augustus 2019 te Amsterdam, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de Bos en Lommerweg, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto), van die categorie heeft bestuurd.”

2.2.2

Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

- “Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-160820191430122834 van 16 augustus 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2].

Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaren, zakelijk weergegeven:

Datum feit: 16-08-2019

Weg/locatie: Bos en Lommerweg (Amsterdam)

Verdachte:

BSN: [nummer]

Naam: [verdachte]

Voornaam: [verdachte]

Geboren op: [geboortedatum]-1984 te [geboorteplaats]

Motorrijtuig: Personenauto

Kenteken: [kenteken]

Merk: Seat Leon

Na onderzoek bleek dat deze bestuurder een op zijn/haar naam gesteld rijbewijs voor één of meer categorieën van motorrijtuigen dan wel voor een gedeelte van de geldigheidsduur ongeldig is verklaard.”

- “Een geschrift, te weten een uitdraai van de politie van 16 augustus 2019, inhoudende de datum van de ingang van de ongeldigheid van het rijbewijs, namelijk 15-08-2011.”

2.3

In zijn arrest van 9 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1146, heeft de Hoge Raad - met vermelding van het toepasselijke wettelijke kader en onder verwijzing naar eerdere rechtspraak - het volgende vooropgesteld. Overtreding van artikel 9 lid 2, eerste volzin, WVW 1994 is op grond van artikel 176 lid 4 en artikel 178 lid 1 WVW 1994 een misdrijf dat kan worden bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de derde categorie. Om tot een bewezenverklaring van een op artikel 9 lid 2, eerste volzin, WVW 1994 toegesneden tenlastelegging te kunnen komen, zal uit de bewijsvoering allereerst moeten blijken dat het rijbewijs van de verdachte ongeldig is verklaard, het desbetreffende besluit is bekend gemaakt aan de verdachte en van kracht was doordat zeven dagen zijn verlopen na die bekendmaking (vgl. artikel 3:40 en 3:41 Algemene wet bestuursrecht respectievelijk artikel 124 lid 3 en 132 lid 4 WVW 1994). Dat aan dit vereiste is voldaan kan bijvoorbeeld blijken uit een mededeling van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan de houder van het rijbewijs, waarin het besluit is weergegeven, alsmede een aantekening waaruit blijkt dat, wanneer en op welke wijze verzending van die mededeling aan de houder van het rijbewijs heeft plaatsgevonden. Opmerking verdient dat een tegen dat besluit door of namens de verdachte ingesteld administratief bezwaar of beroep niet leidt tot schorsing van het besluit tot ongeldigverklaring. Wel kan een geslaagd bezwaar of beroep meebrengen dat achteraf bezien de ongeldigverklaring nooit heeft gegolden. In de tweede plaats moet uit de bewijsvoering blijken dat na de ongeldigverklaring van het rijbewijs aan de verdachte geen ander rijbewijs is afgegeven. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren aan de hand van gegevens uit het rijbewijsregister, waaruit blijkt dat geen geldig rijbewijs van kracht was tijdens het besturen door de verdachte.In de derde plaats moet uit de bewijsvoering kunnen worden afgeleid dat de verdachte ten tijde van het besturen van het motorrijtuig “wist of redelijkerwijs moest weten” dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Dit vereiste hangt ermee samen dat artikel 9 WVW 1994 een misdrijf oplevert; een dergelijk vereiste geldt bijvoorbeeld niet bij de overtreding van artikel 107 WVW 1994 . De vraag of aan dit vereiste is voldaan kan bijzondere aandacht verdienen, in het bijzonder in die gevallen waarin daarover niets blijkt uit de verklaringen van de verdachte, noch uit gedragingen zoals het voldoen aan de verplichting het ongeldig verklaarde rijbewijs in te leveren (vgl. artikel 124 lid 4 en artikel 132 lid 5 WVW 1994). In dat verband is van belang dat in de rechtspraak van de Hoge Raad meermalen is beslist dat uit de enkele omstandigheid dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte per aangetekende brief en als gewone brief naar de verdachte is verzonden en die brieven vervolgens niet als onbestelbaar retour zijn gekomen, niet zonder meer kan worden afgeleid dat de verdachte “wist of redelijkerwijs moest weten” dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard (vgl. bijvoorbeeld HR 25 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO6762). Welke bijkomende of andere omstandigheden wel toereikend zijn, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Opmerking verdient dat de bewijsmotivering in dit opzicht wel toereikend is wanneer uit de bewijsvoering volgt dat een uitreiking van het besluit tot ongeldigverklaring in persoon heeft plaatsgevonden.

2.4

Het cassatiemiddel klaagt terecht dat uit de bewijsvoering niet zonder meer kan volgen dat de verdachte “wist of redelijkerwijs moest weten” dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard en ook niet dat na de ongeldigverklaring van het rijbewijs aan de verdachte geen ander rijbewijs is afgegeven.

3 Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.

4 Beslissing

De Hoge Raad:

- vernietigt de uitspraak van het hof;

- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 februari 2022.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature