Economische zaak. Medeplegen feitelijk leiding geven aan illegale overbrenging van afvalstoffen (art. 10.60.2 Wet milieubeheer jo. 2.35.a en 2.35.b EVOA) en valsheid in geschrift (art. 225.1 Sr), meermalen gepleegd door rechtspersoon. 1. Heeft hof grondslag van tll. verlaten en is bewijsconstructie redengevend voor onderdeel van bewezenverklaarde? 2. Heeft hof redengevende feiten en omstandigheden opgenomen in (inleidende) bewijsoverwegingen die niet blijken uit gebezigde bewijsmiddelen? 3. Bewijsklacht feitelijk leidinggeven. 4. Kon hof oordelen dat het onaannemelijk is dat er toestemming was om niet in Farmsum bewerkte olie naar Duitsland over te brengen? 5. Heeft hof grondslag van tll. verlaten door verdachte te veroordelen voor iets wat in art. 2.35.d EVOA strafbaar is gesteld, terwijl tll. is toegesneden op art. 2.35.a en/of 2.35.b EVOA? 6. Bewijsklacht opzet van rechtspersoon m.b.t. illegale overbrenging van afvalstoffen. 7. Bronopgave van onderdelen van nadere bewijsoverwegingen. 8. Bewijsklachten valsheid van vervoersdocumenten en opzet van rechtspersoon op valsheid.
HR: art. 81.1 RO.