Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/03061
Datum 4 december 2020
ARREST
In de zaak van
1. NORMANCO HOLDING B.V.,gevestigd te Den Haag,
2. [eiser 2],wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna: Normanco c.s.,
advocaat: A.H.M. van den Steenhoven,
tegen
[verweerster],wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaat: J. van Duijvendijk-Brand.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/09/495320 / HA ZA 15-997 van de rechtbank Den Haag van 7 december 2016;
het arrest in de zaak 200.207.256 van het gerechtshof Den Haag van 26 maart 2019.
Normanco c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerster] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Normanco c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 2.091,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 4 december 2020 .