Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/02498
Datum 8 november 2019
ARREST
In de zaak van
[eiser],wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaten: mr. A.C. van Schaick en mr. N.E. Groeneveld-Tijssens,
tegen
N.V. [verweerster],gevestigd te [vestigingsplaats], België,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaat: mr. D.M. de Knijff.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/01/318213/KG ZA 17-127 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Brabant van 29 maart 2017;
b. de arresten in de zaak 200.214.955/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 november 2017 en 17 april 2018.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof van 17 april 2018 beroep in cassatie ingesteld. [verweerster] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van [eiser] hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op 8 november 2019.