E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2019:1143
Hoge Raad, 17/03601

Inhoudsindicatie:

Opzettelijk vervoeren en aanwezig hebben van 36 kg cocaïne (art. 2.B en 2.C Opiumwet). 1. Ttz. in h.b. gedaan verzoek tot horen verbalisant, die eerder bij RC is gehoord. Is bij aanvang van tz. nabij zittingszaal aanwezige verbalisant verschenen getuige a.b.i. art. 287.1 en 287.2 Sv? 2. Toestemming van verdachte tot doorzoeking van diens auto en daarin aangetroffen tassen?

Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2014:1496 t.a.v. verschenen getuige in de zin van art. 287.2 Sv. Opvatting dat persoon die niet als getuige is opgeroepen maar zich op verzoek van OM om praktische redenen bij aanvang van tz. nabij zittingszaal beschikbaar heeft gehouden teneinde, indien nodig, verklaring te kunnen afleggen, moet worden aangemerkt als "verschenen getuige" in de zin van art. 287.2 Sv, is mede gelet op wat is vooropgesteld onjuist. Persoon die niet als getuige is opgeroepen, kan slechts als verschenen getuige in de zin van art. 287.1 en 287.2 Sv gelden indien a) deze persoon op initiatief van verdediging bij aanvang van (nadere) tz. aanwezig is en door verdediging bij aanvang van die tz. wordt meegedeeld dat zij deze persoon heeft meegebracht om gehoord te worden en dat deze persoon zich daartoe bereid heeft verklaard, of b) deze persoon op initiatief van OM bij aanvang van (nadere) tz. aanwezig is en door vertegenwoordiger van OM bij aanvang van die zitting wordt meegedeeld dat hij deze persoon heeft meegebracht om gehoord te worden en dat deze persoon zich daartoe bereid heeft verklaard.

Ad 2. ’s Hofs oordeel dat verdachte toestemming heeft gegeven tot doorzoeken van zijn auto en daarin aanwezige tassen, is niet onbegrijpelijk en, ook in het licht van hetgeen namens verdachte over het ontbreken van "bewuste en vrijwillige toestemming" is aangevoerd, toereikend gemotiveerd. Daarbij neemt HR mede in aanmerking hetgeen Hof m.b.t. verleende toestemming heeft vastgesteld over door verdachte gebruikte bewoordingen en zijn gedragingen en over omstandigheid dat verdachte voorafgaand aan door hem gegeven toestemming door verbalisanten is gewezen op doel van die doorzoeking en mogelijkheid om van verlenen van toestemming af te zien. Bij dat oordeel heeft Hof klaarblijkelijk betrokken dat communicatie door verbalisanten met verdachte zo is verlopen dat een en ander voor verdachte voldoende duidelijk was.

Volgt verwerping. CAG: anders t.a.v. getuigenverzoek.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie