E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2017:1205
Hoge Raad, 16/04642

Inhoudsindicatie:

OM-cassatie. Beklag, klaagschrift ex art. 552a Sv ingediend door regionale ambulancevoorziening tegen aan haar ex art. 126nf Sv gerichte vordering van OvJ tot verstrekking van gevoelige gegevens. 1. Vallen 112-melding en communicatie tussen melder en centralist van meldkamer voor ambulancezorg onder medisch beroepsgeheim en kan beroep worden gedaan op verschoningsrecht na zo’n vordering? 2. Gevorderde gegevens object van verschoningsrecht? 3. Verplichting voor afgeleid verschoningsgerechtigde om te voldoen aan vordering?

Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:1983:AG4685, NJ 1984/132, ECLI:NL:HR:1990:ZC0052, NJ 1991/761, ECLI:NL:HR:2015:3258 en ECLI:NL:HR:2016:110 m.b.t. personen aan wie een verschoningsrecht is toegekend en omvang van het verschoningsrecht. Oordeel Rb dat een o.g.v. Wet BIG geregistreerde verpleegkundige als centralist werkzaamheden verricht op het gebied van de individuele gezondheidszorg en dat zij daarom o.g.v. van art. 88 Wet BIG een geheimhoudingsplicht heeft t.a.v. hetgeen haar in haar beroepsuitoefening ter kennis is gekomen, is juist. Oordeel Rb dat zij niet aan redelijke twijfel onderhevig heeft geacht de juistheid van het kennelijke standpunt van centralist dat de inhoud van het telefoongesprek dat zij voerde met beller van alarmnummer heeft te gelden als wetenschap die haar i.h.k.v. haar beroepsuitoefening als zodanig is toevertrouwd a.b.i. art. 218 Sv, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Voorts herhaalt HR relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:1985:AC9066, NJ 1986/173 en ECLI:NL:HR:2011:BP6141 m.b.t. reikwijdte van het verschoningsrecht. Daarnaast geeft HR een uiteenzetting over de te volgen procedure in geval een niet verschoningsgerechtigde, jegens wie door de OvJ met machtiging van de RC een vordering is gedaan tot het verstrekken van gegevens, aanvoert dat een geheimhouder de bevoegdheid tot verschoning kan uitoefenen t.a.v. die gegevens en over de verbondenheid van de beklagzaak van degene jegens wie voornoemde vordering is gedaan met het oordeel in de beklagprocedure van de geheimhouder (vgl. ECLI:NL:HR:2013:CA0434 en ECLI:NL:HR:2015:3714 en ECLI:NL:HR:2015:3076).

Ad 2. Opvatting dat 112-melding en voornoemde communicatie niet vallen onder uitzondering voor verschoningsgerechtigden ex art. 126nf Sv jo. art. 96a.3.b Sv, aangezien alleen brieven of andere geschriften object van verschoningsrecht kunnen zijn, vindt geen steun in het recht. Gelet op art. 80quinquies Sr kunnen deze gegevens object van verschoningsrecht zijn.

Ad 3. Verschoningsgerechtigden zijn niet verplicht aan vordering ex art. 126nf Sv te voldoen voor zover het verschoningsrecht aan de verstrekking van de gegevens in de weg staat (vgl. ECLI:NL:HR:2012:BT7126). Verschoningsrecht van afgeleid verschoningsgerechtigde is afhankelijk van de uitoefening van het verschoningsrecht waarvan het is afgeleid. Beslissing Rb dat klaagster gevorderde gegevens niet behoeft te verstrekken, berust kennelijk op haar oordeel dat het standpunt van de verpleegkundige centralist dat haar een verschoningsrecht toekomt niet aan redelijke twijfel onderhevig is en dat mitsdien klaagster, als afgeleid verschoningsgerechtigde, niet aan de vordering tot verstrekking behoeft te voldoen. Daarvan uitgaande is beslissing Rb juist.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie