Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Bewindvoerder beschermingsbewind. Machtiging bewindvoerder om in rechte op te treden. Art. 1:443 BW.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



28 september 2012

Eerste Kamer

12/01140

RM

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

Mr. Roger Hubertus Maria Charles LIBOTTE, handelende onder de naam Cirkel Bewindvoeringen B.V.,

in zijn hoedanigheid van (voormalig) bewindvoerder in het meerderjarigenbewind over alle goederen die (zullen) toebehoren aan [betrokkene 1],

wonende te Maastricht,

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. K. Aantjes.

Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als mr. Libotte.

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de beschikking in de zaak 427668 OV VERZ 11-2128 BMnr. 27276 van de kantonrechter te Maastricht van 21 juni 2011;

b. de beschikking in de zaak HV 200.092.810/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 28 november 2011.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft mr. Libotte beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.

De advocaat van mr. Libotte heeft bij brief van 21 september 2012 op die conclusie gereageerd.

3. Beoordeling van het middel

3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

Mr. Libotte is op de voet van art. 1:435 BW aangesteld tot bewindvoerder over alle goederen die (zullen) toebehoren aan [betrokkene 1] (hierna: rechthebbende). Door of namens rechthebbende is bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst Brunssum, Onderbanken en Landgraaf (hierna: ISD BOL) een aanvraag om bijzondere bijstand ingediend voor kosten van inkomensbeheer en kosten van bewindvoering. Bij besluit van 26 oktober 2010 heeft het bestuur van ISD BOL de aanvraag gedeeltelijk toegewezen. Op het door mr. Gans namens rechthebbende ingestelde bezwaar heeft het bestuur van ISD BOL bij beslissing op bezwaar van 18 april 2011 het bezwaar wat betreft de kosten van bewindvoering ongegrond verklaard. Mr. Gans heeft rechthebbende geadviseerd hiertegen bestuursrechtelijk beroep in te stellen.

3.2 Mr. Libotte heeft de kantonrechter in de rechtbank Maastricht op de voet van art. 1:443 BW verzocht hem machtiging te verlenen voor het namens rechthebbende starten van een bestuursrechtelijke beroepsprocedure bij de rechtbank. Het verzoek is door de kantonrechter afgewezen om reden dat geen gronden voor het bestuursrechtelijk beroep zijn aangegeven.

3.3 Op het door mr. Libotte ingestelde hoger beroep heeft het hof de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof overwoog dat het over onvoldoende gegevens beschikt om in te schatten wat de kans van slagen van het eventueel in te stellen beroep zal zijn, terwijl het bovendien om een relatief gering bedrag gaat (rov. 3.5.3). Voorts heeft het hof een verzoek van mr. Libotte om te bepalen dat hij als bewindvoerder op basis van art. 1:443 BW niet gehouden is om een machtiging van de kantonrechter te vragen, zoals de rechtbank Maastricht in alle gevallen eist, afgewezen. Daartoe overwoog het hof in rov. 3.5.4:

"3.5.4 (...) Het hof is (...) van oordeel dat een dergelijke algemene vraag of het door de rechtbank op dit punt gevoerde beleid juist is, de omvang van het hoger beroep in de huidige zaak overstijgt. Immers, van belang bij de beoordeling van deze zaak is dat mr. Libotte ervoor gekozen heeft om die machtiging wel aan te vragen bij de kantonrechter. Nu de machtiging niet is gegeven, kan het hof deze beslissing beoordelen, maar niet het beleid van de rechtbank. (...)"

3.4 Het middel, dat is gericht tegen rov. 3.5.4, neemt terecht tot uitgangspunt dat art. 1:443 BW niet een verplichting voor de bewindvoerder inhoudt tot het vragen van een machtiging om in rechte op te treden. De bepaling strekt ertoe de bewindvoerder ertegen te beschermen dat hij achteraf door de rechthebbende ervan wordt beticht dat hij lichtvaardig tot procederen is overgegaan.

Dit neemt echter niet weg dat, nu mr. Libotte om machtiging door de kantonrechter tot het voeren van een procedure heeft verzocht, het hof terecht heeft geoordeeld dat het in hoger beroep had te oordelen over de afwijzing van dat verzoek, en dat het beleid van de rechtbank Maastricht niet aan het hof ter beoordeling stond. De hierop gerichte klacht van het middel faalt derhalve.

3.5 De overige klachten van het middel kunnen evenmin tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu die klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 28 september 2012.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



∧ naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature