Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Bewijsklacht. Uit de gebezigde bm kan niet worden afgeleid dat het opzet van verdachte al dan niet in voorwaardelijke vorm was gericht op het in het bezit hebben van de bewezenverklaarde afbeelding.

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



26 oktober 2010

Strafkamer

nr. 08/04911

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, van 7 november 2008, nummer 22/004776-07, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980, wonende te [woonplaats].

1. Geding in cassatie

Het beroep - dat kennelijk niet is gericht tegen de vrijspraak van de feiten 1, 2, 3, 4, 6, en 7 - is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Wortelboer, advocaat te Alkmaar, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, doch uitsluitend wat betreft de bewezenverklaring van het onder 5 tenlastegelegde en tot verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof om dienaangaande opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2. Beoordeling van het middel

2.1. Het middel behelst de klacht dat de bewezenverklaring van hetgeen onder 5 is tenlastegelegd ontoereikend is gemotiveerd.

2.2. Ten laste van de verdachte is onder feit 5 bewezenverklaard dat:

"hij in de periode van 6 april 2006 t/m 29 januari 2007 te 's-Gravenhage (een) gegevensdrager bevattende een afbeelding van seksuele gedragingen, te weten:

11. een beeldfile (filmfile), waarop is te zien dat een 15 à 16-jarige jongen zijn stijve penis uit zijn onderbroek haalt en zich masturbeert, bij welke vorenbedoelde afbeelding een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, in bezit heeft gehad."

2.3. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

a. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:

"Ik heb in die tijd veel porno gedownload. Ik gebruikte de betreffende laptop."

b. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg van 6 augustus 2007, voor zover inhoudende:

"Ik heb geen voorkeur voor jonge kinderen en heb het nooit bewust gedownload. Misschien is het per abuis gebeurd als ik andere seks downloadde."

c. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:

"Vraag: Heb je wel eens kinderporno gezien?

Ja, op de computer. Dat was een laptop die ik in huis had waarmee ik sekssites bezocht."

d. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten dan wel een van hen:

"- Dat het personeel van de Ploeg Digitale Expertise de in beslag genomen laptop van verdachte aan onderzoek onderworpen heeft.

- Dat is gebleken dat er 1 filmfile op de computer aanwezig is die voldeed aan de criteria van strafbaarstelling in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.

- Dat op deze beeldfile te zien is dat een 15 à 16-jarige jongen zijn stijve penis uit zijn onderbroek haalt en zich masturbeert."

e. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende:

"Ik heb in die tijd (het hof begrijpt in de tenlastegelegde periode van 6 april 2006 tot en met 29 januari 2007) veel porno gedownload."

f. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1], en een kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudende:

"Verdachte

Naam: [achternaam verdachte]

Voornamen: [voornaam verdachte]

Adres: [a-straat 1]

Woonplaats: [woonplaats]

Bij de doorzoeking in de woning [a-straat 1] te [woonplaats] heb ik, verbalisant, het volgende goed inbeslaggenomen:

Voorwerp: pc

Nadere omschrijving:Laptop

Merk: Asus."

2.4. Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat het opzet van de verdachte - al dan niet in voorwaardelijke vorm - was gericht op het in het bezit hebben van de in de bewezenverklaring bedoelde afbeelding. De bestreden uitspraak is in dat opzicht dus niet naar de eis der wet met redenen omkleed.

2.5. Het middel slaagt.

3. Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak, voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen - niet in stand kan blijven, en als volgt moet worden beslist.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

vernietigt de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen;

wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 26 oktober 2010.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature