E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2009:BK0949
LJN BK0949, Hoge Raad, 08/03165

Inhoudsindicatie:

Regels inzake de ad informandum gevoegde feiten bij gemachtigde raadsman a.b.i. art. 279 Sv. Mede in aanmerking genomen dat een gemachtigd raadsman niet optreedt als vertegenwoordiger van verdachte in die zin dat zijn verklaringen in bewijsrechtelijke zin niet kunnen worden aangemerkt als verklaringen van verdachte (vgl. HR LJN AD5594), gelden in een dergelijk geval de regels die toepasselijk zijn in het geval dat verdachte zelf niet ttz. is verschenen. Opgemerkt zij dat de aard van de afdoening van ad informandum gevoegde feiten zich verzet tegen een dergelijke afdoening indien de gemachtigde raadsman ttz. bezwaar maakt tegen die - voorafgaand aan de ttz. aan verdachte als mogelijkheid meegedeelde - afdoening. Het middel dat klaagt dat het Hof ten onrechte bij de strafoplegging zeven ad informandum gevoegde feiten heeft betrokken, nu deze niet door de gemachtigde raadsman zijn erkend, stelt dus een eis die het recht niet kent.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie