E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2006:AW2077
LJN AW2077, Hoge Raad, C04/279HR

Inhoudsindicatie:

Vie d’Or. Geschil tussen de Verzekeringskamer (thans DNB) en een stichting ter behartiging van de gedupeerde voormalige polishouders van de levensverzekeringsmaatschappij Vie d’Or over de (verklaring voor recht tot) aansprakelijkheid van de Verzekeringskamer uit onrechtmatige daad wegens tekortschieten in de wettelijke taak van toezichthouder in de zin van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf – niet tijdig een stille bewindvoerder als bedoeld in art. 34 Wtv benoemen – voor de schade die deze polishouders door de uiteindelijke deconfiture van Vie d’Or hebben geleden; relativiteitsvereiste; onrechtmatigheid, maatstaf; beleids- en beoordelingsvrijheid van toezichthouder bij uitoefening van wettelijke bevoegdheden, marginale toetsing; causaal verband; hoofdelijke aansprakelijkheid , schadevergoeding in geld , toewijsbaarheid verklaring voor recht (art. 3:305a lid 3 BW); vergoeding aan stichting van buitengerechtelijke kosten tot vaststelling aansprakelijkheid, redelijke uitleg art. 3:305a en art. 6:96 lid 2, aanhef en onder b, BW, maatstaf, kosten tuchtprocedure géén redelijke maatregel ter vaststelling van aansprakelijkheid.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie