E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:HR:2004:AQ8470
LJN AQ8470, Hoge Raad, 02960/03

Inhoudsindicatie:

Clickfondszaak 1. Dubbele strafbaarheid ex art. 5.1.2° Sr. 2. In cassatie kan niet met vrucht worden geklaagd dat de feitenrechter het recht van een andere staat verkeerd heeft uitgelegd en aldus heeft geschonden. 3. Art. 140 Sr en bekendheid met andere leden organisatie. 4. Nadere termijn voor dagvaarding ex art. 255.4 Sv na verlopen termijn ex art. 253.2 Sv. Ad 1. Art. 5.1.2° Sr eist dat op de aan de verdachte verweten gedraging door de wet van het land waar die werd begaan straf is gesteld, doch niet dat die gedraging door die wet op dezelfde wijze als naar Nederlands recht strafbaar is gesteld. Niet terzake doet dus of de buitenlandse strafbaarstelling in alle opzichten overeenstemt met de Nederlandse noch of de wijze waarop de strafbaarstelling is geconstrueerd, gelijk is. Ad 3. Om als deelnemer aan een organisatie ex art. 140 Sr te kunnen worden aangemerkt is niet vereist dat men heeft samengewerkt althans bekend moet zijn geweest met alle andere (rechts-)personen die deel uitmaken van de organisatie. Ad 4. Het verlenen van een nadere termijn voor dagvaarding ex art. 255.4 Sv is mogelijk nadat een termijn ex art. 253.2 Sv ongebruikt is verstreken. Daaraan doet niet af dat de rb de OvJ niet-ontvankelijk heeft verklaard in de vervolging wegens verzuim van de termijn ex art. 253.2 Sv (HR NJ 1989, 392).

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie