Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:
Vindplaatsen:
Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



15 november 2002

Eerste Kamer

Nr. C00/279HR

JMH

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

1. [Eiser 1], wonende te [woonplaats],

2. [Eiseres 2], wonende te [woonplaats],

EISERS tot cassatie,

advocaat: eerst mr. M.H. van der Woude, thans mr. J.B.M.M. Wuisman,

t e g e n

[Verweerder], wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. D. Rijpma.

1. Het geding in feitelijke instanties

Eisers tot cassatie - verder te noemen: [eiser] c.s. - hebben bij exploit van 31 mei 1996 verweerder in cassatie - verder te noemen: de notaris - gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover mogelijk , de notaris te veroordelen tot het doen van een gerechtelijke verklaring van de vorderingen en zaken die door het onder hem gelegde derdenbeslag d.d. 4 januari 1996, ten laste van [betrokkene 1] te [...], zijn getroffen en hem voorts te veroordelen tot betaling en afgifte aan [eiser] c.s. van hetgeen volgens vaststelling door de Rechtbank aan [eiser] c.s. zal blijken toe te komen.

De notaris heeft de vordering bestreden.

De Rechtbank heeft bij vonnis van 8 januari 1999 de vordering afgewezen.

Tegen dit vonnis hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Nadat het Gerechtshof bij tussenarrest van 22 februari 2000 de zaak naar de rol had verwezen voor overlegging van stukken, heeft het Hof bij eindarrest van 6 juni 2000 het bestreden vonnis bekrachtigd.

Het eindarrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen het eindarrest van het Hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De notaris heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal C.L. de Vries Lentsch-Kostense strekt tot verwerping van het beroep.

De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 26 september 2002 op die conclusie gereageerd.

3. Beoordeling van het middel

3.1 In deze zaak kan worden uitgegaan van de feiten die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2. Deze feiten houden onder meer in dat [eiser] c.s. op 4 januari 1996 derdenbeslag onder de notaris (en diens ambtgenoot [betrokkene 3]) hebben gelegd op "alle gelden, zaken en/of geldswaarden, die de derde-gearresteerde verschuldigd mocht zijn of worden aan of onder haar berusting mocht hebben of verkrijgen van [betrokkene 1]". Deze [betrokkene 1] heeft een onroerende zaak verkocht en op 4 januari 1996 ten overstaan van de notaris geleverd aan [betrokkene 2].

3.2 [Eiser] c.s. hebben zich tot de Rechtbank gewend en op de voet van art. 477a lid 2 Rv. gevorderd de notaris te veroordelen tot het doen van een gerechtelijke verklaring van de vorderingen en zaken die door het derdenbeslag zijn getroffen en tot betaling en afgifte van hetgeen volgens vaststelling van de Rechtbank aan [eiser] c.s. toekomt. Naar [eiser] c.s. betoogden, had de notaris ten onrechte verklaard dat er tussen hem en de beslagdebiteur, hierna aan te duiden als [betrokkene 1], geen enkele rechtsverhouding bestond of had bestaan uit hoofde waarvan deze [eiser] iets van hem te vorderen zou hebben of krijgen. [Betrokkene 1] had immers op de notaris een vordering tot afdracht van de door [betrokkene 2] betaalde koopsom ten bedrage van ƒ 375.000,--, aldus [eiser] c.s. De Rechtbank heeft hun vordering afgewezen.

In hoger beroep heeft het Hof de grieven van [eiser] c.s. verworpen. Partijen, zo heeft het Hof geoordeeld, worden verdeeld gehouden door de vraag of het door [eiser] c.s. onder de notaris gelegde beslag zich ook uitstrekte tot de door [betrokkene 2] aan de Stichting [A] betaalde en onder deze Stichting berustende koopsom (rov. 8.3). Voor het antwoord op die vraag is beslissend of het onder de Stichting berustende geld deel is gaan uitmaken van het vermogen van de notaris en tevens onder hemzelf berust (rov. 8.4). Gelet op de in laatstgenoemde rechtsoverweging vermelde omstandigheden en gang van zaken is dat geld niet vermengd met het vermogen van de notaris, zodat niet kan worden geoordeeld dat deze ten tijde van het beslag enig geld aan [betrokkene 1] verschuldigd was of geld van hem onder zich had (rov. 8.5).

3.3 De schriftelijke toelichting van [eiser] c.s. houdt onder meer in dat zij "niet langer bestrijden dat het overboeken van de koopprijs door de koopster van het onroerend goed op zichzelf tot een toename aan de actieve zijde van het vermogen van de Stichting heeft geleid: de Stichting kreeg door overboeking van de koopprijs naar de rekening van de Stichting bij haar bank een vordering op die bank ter grootte van de koopprijs." Uitgangspunt in cassatie moet derhalve zijn dat, gelijk het Hof met de notaris en de Rechtbank - terecht - van oordeel was, het door [betrokkene 2] ter voldoening van de koopsom op rekening van de Stichting overgemaakte bedrag deel is gaan uitmaken van het vermogen van de Stichting en niet van dat van de notaris.

3.4.1 Onderdeel 1 keert zich met een rechtsklacht en een motiveringsklacht tegen de hiervoor in 3.2 vermelde oordelen van het Hof dat a) partijen verdeeld worden gehouden door de vraag of het beslag zich ook uitstrekte tot de door [betrokkene 2] aan de Stichting betaalde en onder haar berustende gelden en b) voor het antwoord op die vraag beslissend is of die gelden deel zijn gaan uitmaken van het vermogen van de notaris en tevens onder hemzelf berusten.

3.4.2 De klacht dat het Hof aldus de inzet van het geschil op onbegrijpelijke wijze althans zonder voldoende motivering heeft weergegeven, ziet eraan voorbij dat hetgeen [eiser] c.s. in de feitelijke instanties hebben aangevoerd ten betoge dat [betrokkene 1] op de notaris - en dus niet, zoals de notaris van oordeel was, op de Stichting - een vordering tot afdracht van een bedrag ter grootte van de door [betrokkene 2] gestorte koopsom had, erop neerkomt dat de Stichting slechts een instrument is door middel waarvan de notaris de aan hem toevertrouwde gelden onder zijn berusting houdt. Dit in aanmerking genomen, is geenszins onbegrijpelijk dat het Hof heeft geoordeeld dat het geschil draaide om de vraag of de door [betrokkene 2] gestorte gelden deel waren gaan uitmaken van het vermogen van de notaris. Dit oordeel behoefde ook geen nadere motivering. Onderdeel 1 faalt derhalve in zoverre.

3.4.3 De rechtsklacht van onderdeel 1 komt erop neer, dat het Hof blijkens zijn weergave van de inzet van het geschil heeft miskend, dat de vraag waar het in deze zaak om gaat is of de vordering van [betrokkene 1] tot uitbetaling van de door [betrokkene 2] gestorte koopsom een vordering was op de notaris of een vordering op de Stichting, alsmede dat het antwoord op die vraag afhangt van de zin die partijen - [betrokkene 1], de notaris en eventueel ook [betrokkene 2] - in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkanders verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.

3.4.4 Het Hof heeft in zijn rov. 8.4 geoordeeld dat [betrokkene 2] heeft betaald aan de Stichting, dat de Stichting heeft voldaan aan [betrokkene 1] en dat de notaris als bestuurder van de Stichting opdracht aan de bank heeft gegeven tot uitbetaling aan [betrokkene 1], zulks in overeenstemming met de statuten van de Stichting, die in het leven is geroepen teneinde te voorkomen dat aan de notaris toevertrouwde derdengelden zich met zijn vermogen zullen vermengen. Hiermee heeft het Hof mede tot uitdrukking gebracht dat de Stichting de op haar rekening gestorte koopsom met instemming van partijen ([betrokkene 1] en [betrokkene 2]) voor hen beheerde overeenkomstig het in art. 3 lid 1 van haar Statuten omschreven uitsluitende doel van de Stichting - het in beheer nemen van gelden die uit hoofde van zijn ambt aan de notaris worden toevertrouwd om deze gelden te bestemder tijd hetzij uit te keren aan de rechthebbende hetzij te restitueren - en dat partijen als gevolg van dit in beheer geven en nemen een aanspraak op uitbetaling onderscheidenlijk restitutie verkregen jegens de Stichting, niet jegens de notaris. Op deze rustte, zo heeft het Hof in cassatie onbestreden geoordeeld, jegens de koopster en de verkoper wel een zorgplicht uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de nakoming door de partijen van hun verplichting tot levering, onderscheidenlijk betaling. Het Hof is dus niet voorbijgegaan aan de hiervoor in 3.4.3 vermelde vraag, maar heeft die vraag aldus beantwoord dat, anders dan [eiser] c.s. bepleitten, de vordering van [betrokkene 1] tot uitbetaling van de koopsom een vordering op de Stichting betrof.

Dit oordeel van het Hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Ook is het niet onbegrijpelijk in het licht van de in de klacht vermelde, hierna te bespreken, stellingen van [eiser] c.s. Aan 's Hofs oordeel staat niet in de weg dat volgens de concept-koopovereenkomst de koopsom voldaan diende te worden door creditering van de bank- en/of girorekening van de notaris. Het Hof is immers, gelet op zijn vaststelling dat blijkens de akte van levering de koopprijs voldaan is door storting op de rekening van de Stichting, kennelijk ervan uitgegaan dat partijen de koopovereenkomst wat het "betaaladres" aangaat door ondertekening van de akte van levering hebben aangepast. Ook het bepaalde in art. 3 lid 1 van de Statuten is niet onverenigbaar met het oordeel van het Hof dat de Stichting de gelden die aan de notaris uit hoofde van zijn beroep worden toevertrouwd, beheert voor de betrokken partijen. Hetzelfde geldt voor het feit dat de tussen de notaris en de Stichting gesloten modelovereenkomst onder 12 bepaalt dat de notaris voor de duur van de overeenkomst aan de Stichting volmacht geeft om betalingen in ontvangst te nemen en te doen. Naar het onderdeel betoogt, volgt uit deze bepaling dat de Stichting genoemde verrichtingen namens de notaris doet, zodat de notaris wél degene is aan wie de koopprijs wordt toevertrouwd en die jegens de verkoper tot afdracht gehouden is. Echter, in aanmerking genomen dat - zoals ook in de considerans van de overeenkomst is vermeld - de Stichting juist in het leven is geroepen teneinde te voorkomen dat de aan de notaris toevertrouwde derdengelden zich met diens vermogen zouden vermengen, kan de door het onderdeel voorgestane uitleg van de overeenkomst, te weten: dat de Stichting de betalingen waarover het hier gaat in ontvangst neemt en doet namens de notaris, niet als juist worden aanvaard.

Onderdeel 1 faalt derhalve in zijn geheel.

3.5.1 Onderdeel 2 klaagt, kort samengevat, dat onduidelijk is wat het Hof heeft bedoeld met zijn overweging dat [betrokkene 2] de koopsom heeft betaald aan de Stichting, althans dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom naar zijn oordeel [betrokkene 2] de koopprijs aan de Stichting heeft betaald in plaats van slechts te oordelen dat zij het bedrag op een rekening van de Stichting heeft doen storten ter betaling aan de notaris, en waarom naar zijn oordeel deze betaling aan de Stichting tevens betekent dat [betrokkene 1] een vordering tot uitbetaling kreeg op de Stichting en niet op de notaris.

3.5.2 Dit onderdeel vindt zijn weerlegging in hetgeen hiervoor in 3.4.4 is overwogen.

3.6 Onderdeel 3 behoeft, in aanmerking genomen hetgeen hiervoor in 3.3 is overwogen, geen afzonderlijke behandeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de notaris begroot op € 286,89 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president P. Neleman als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst en P.C. Kop, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 15 november 2002.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature