Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Bewind

Mentorschap

Uitspraak



GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Team familie- en jeugdrecht

Uitspraak: 28 april 2022

Zaaknummer: 200.298.171/01

Zaaknummers eerste aanleg: 9019694 RE VERZ 21-171 (bewind)

9019584 TE VERZ 21-167 (mentorschap)

in de zaak in hoger beroep van:

[de zoon 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de zoon of [de zoon 1] ,

advocaat: mr. A.B. Noordhof,

tegen

[de dochter] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de dochter of [de dochter] ,

advocaat: mr. J.P.M. Bergmans.

Als overige belanghebbenden in deze zaak worden aangemerkt:

[de moeder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verblijvende te [plaats] (in eerste aanleg: locatie [locatie] [organisatie] ),

verder te noemen: de moeder,

en

[de zoon 2] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: de zoon of [de zoon 2] ,

en

[de zoon 3] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: de zoon of [de zoon 3] ,

en

[bewindvoerder 1] en [bewindvoerder 2], vennoten van [kantoor] , in hun hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [de moeder] ,

kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,

hierna te noemen: de bewindvoerders,

en

Stichting [stichting],

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

hierna te noemen: de mentor.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikkingen van de rechtbank Oost-Brabant van 6 mei 2021, uitgesproken onder voormelde zaaknummers.

2 Het geding in hoger beroep

2.1.

Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 5 augustus 2021, heeft [de zoon 1] verzocht voormelde beschikkingen te vernietigen.

2.2.

Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 18 november 2021, heeft [de dochter] verzocht het hoger beroep ongegrond te verklaren en de bestreden beschikkingen te bekrachtigen.

2.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 februari 2022. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

- de moeder;

- [de zoon 1] , bijgestaan door mr. Noordhof;

- [de dochter] , bijgestaan door mr. Bergmans;

- [de zoon 2] ;

- [de zoon 3] ;

- de bewindvoerder [bewindvoerder 1] .

2.4.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 18 maart 2021;

- het procesdossier in eerste aanleg, ingediend (in delen) door de advocaat van [de zoon 1] op 23 augustus 2021, 20 september 2021 en 11 oktober 2021;

- een brief van de mentor d.d. 26 oktober 2021;

- een brief van de mentor d.d. 17 februari 2022.

3 De beoordeling

De feiten

3.1.

De moeder is gehuwd geweest. Haar echtgenoot is overleden op [datum] 2017.

De moeder heeft na het overlijden van haar echtgenoot met [de zoon 1] in het ouderlijk huis (een boerderij) gewoond. Zij woont sinds juli 2021 in [instelling] te [woonplaats] .

De moeder en [de zoon 1] zijn vennoten in een vennootschap onder firma (hierna afgekort: de vof).

3.2.

De moeder heeft een levenstestament opgesteld.

3.3.

Bij beschikking van 6 mei 2021 (met zaaknummer 9019694 TE VERZ 21-171) heeft de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant over de goederen die de moeder toebehoren of zullen toebehoren bewind ingesteld, met benoeming van [bewindvoerder 1] en [bewindvoerder 2] tot bewindvoerders.

3.4.

Bij beschikking van 6 mei 2021 (met zaaknummer 9019584 TE VERZ 21-167) heeft de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant ten behoeve van de moeder een mentorschap ingesteld, met benoeming van Stichting [stichting] tot mentor.

De standpunten

3.5.

[de zoon 1] kan zich met voornoemde beslissingen van 6 mei 2021 niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen.

3.6.

[de zoon 1] voert in het beroepschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling – samengevat – het volgende aan.

Bij de totstandkoming van de bestreden beschikkingen is onvoldoende zorgvuldigheid betracht. De moeder kon bij de mondelinge behandeling in eerste aanleg niet fysiek aanwezig zijn. Zij is destijds via Skype -verbinding gehoord, maar door de slechte verbinding en haar medicijngebruik kon zij de mondelinge behandeling niet goed volgen en niet goed reageren.

De noodzaak voor de instelling van bewind en mentorschap ten behoeve van de moeder ontbreekt en is niet aangetoond. De moeder is in staat om zelf haar (financiële) belangen te behartigen. Het neuropsychologisch onderzoeksrapport, dat als bijlage bij de inleidende verzoeken is gevoegd, ziet op een tijdelijke situatie. Het rapport is opgesteld op het moment dat de moeder in het ziekenhuis verbleef, zij veel pijn had en hoge doseringen morfine ontving. Als gevolg hiervan is in voornoemd onderzoek geen reëel beeld verkregen van haar gemoedstoestand en haar wilsbekwaamheid. De moeder is nu niet meer onder invloed van medicatie (tot september 2021 heeft zij morfine gebruikt). Zij kan zich redden, is een stuk alerter en kan vrij goed overzien wat er moet gebeuren.

Het bewind en het mentorschap hebben geen meerwaarde. De financiële situatie van de moeder is eenvoudig. De bewindvoerder bezoekt de moeder niet en ook de mentor bezoekt de moeder maar beperkt. Aan de moeder en aan [de zoon 1] wordt geen informatie verstrekt door de bewindvoerder en de mentor.

Het verzoek tot onderbewindstelling is in strijd met de inhoud van het levenstestament. Daarin is door de moeder bepaald dat de zonen en de dochter slechts gezamenlijk bevoegd zijn om te handelen. Bij de aanvraag tot onderbewindstelling is ten onrechte (ook) geen rekening gehouden met de belangen van [de zoon 1] en de moeder in de vof. Dit betreft een veeteelt/akkerbouw bedrijf (op dit moment enkel akkerbouw). Door de onderbewindstelling van de moeder eindigt de overeenkomst van vennootschap, waaraan [de zoon 1] en de moeder zijn gebonden. Er is door het bewind een onwerkbare situatie voor de vof ontstaan. [de zoon 1] heeft geen zicht meer op de bankrekening die op naam van de vof staat en hij kan geen financiële stukken opstellen of belastingaangifte doen. Ondanks dat de kantonrechter de vof als specifiek aandachtspunt voor de bewindvoerder heeft genoemd, doet de bewindvoerder daar niets mee. Ook daarom kan het bewind niet in stand blijven.

3.7.

[de dochter] voert in het verweerschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling – samengevat – het volgende aan.

De moeder werd tijdens de mondelinge behandeling in eerste aanleg bijgestaan door [betrokkene] van [organisatie] . Zij heeft alle vragen van de kantonrechter beantwoord. De vragen die zij niet kon verstaan heeft [betrokkene] voor de moeder herhaald.

Het bewind en het mentorschap zijn op goede gronden ingesteld. Uit de overgelegde (medische) stukken van artsen en betrokken hulpverleners blijkt dat de moeder niet in staat wordt geacht haar (financiële) belangen te behartigen. Het neuropsychologisch onderzoek is uitgevoerd op 5, 12 en 18 januari 2021. De moeder gebruikte in die periode morfinepleisters tegen de pijn, maar zij was daardoor niet versuft. Op 8 februari 2021 is nog een onderzoek uitgevoerd door [specialist] , specialist ouderengeneeskunde. In dat onderzoek zijn de problemen van de moeder (geheugenproblemen, moeite met complexere opdrachten, redeneringen) bevestigd. In september 2021 is het zorgzwaartepakket dat de moeder heeft op verzoek van [organisatie] verhoogd. De problemen zoals beschreven in het neuropsychologisch onderzoeksrapport heeft de moeder nog steeds.

Het is onjuist dat de moeder zelf in staat is haar financiële belangen te behartigen. Zij heeft weinig inzicht in haar financiën. Sinds het overlijden van haar echtgenoot in [datum] 2017 laat de moeder haar financiën regelen door [de zoon 1] en in de jaren daarvoor regelden haar echtgenoot en [de zoon 1] dit al.

Het klopt dat in het levenstestament staat dat de zonen en de dochter samen de belangen van de moeder dienen te behartigen indien de moeder dat zelf niet meer kan. Maar de kinderen zijn samen niet in staat om tot gezamenlijke besluiten te komen. De fundamentele meningsverschillen tussen [de zoon 1] en de andere drie kinderen hebben geleid tot een verstoorde onderlinge verhouding, wat tot veel spanningen bij de moeder heeft geleid. Dit vormt de hoofdreden voor de voorliggende verzoeken. Door de instelling van het bewind en het mentorschap worden de beslissingen genomen door neutrale personen en is er meer rust. De spanningen bij de moeder zijn afgenomen en het gaat een stuk beter met haar.

De vof betreft een bedrijf van beperkte omvang. Na de instelling van het bewind heeft het bedrijf door kunnen gaan. De inbreng van de moeder in het bedrijf was voorheen al erg beperkt.

3.8.

De zoon [de zoon 2] voert tijdens de mondelinge behandeling, samengevat, het volgende aan.

Voor de instelling van het bewind en het mentorschap is door de zonen en de dochter nagedacht over het inschakelen van een onafhankelijk persoon die ook zou kunnen bemiddelen. De kinderen en de moeder zijn daarvoor bij een notaris geweest. Het is toen niet gelukt om tot een keuze te komen voor een onafhankelijk persoon en op de moeder kwam veel druk te liggen. [de zoon 2] wenst de betrokkenheid van een bewindvoerder en mentor zodat voorkomen wordt dat in het geval de kinderen er met betrekking tot de (financiële) belangen van de moeder niet uitkomen, de moeder in de knel komt. Hij heeft contact met de bewindvoerder over de financiën van de moeder. De bewindvoerder heeft eerder geprobeerd ook contact op te nemen met [de zoon 1] . Dat lukte niet. Er is voor gekozen de vof te laten rusten, mede om te voorkomen dat er druk op de moeder komt te liggen.

3.9.

De zoon [de zoon 3] voert tijdens de mondelinge behandeling, samengevat, het volgende aan.

Hij staat achter de instelling van het bewind en het mentorschap. De moeder wordt beïnvloed door [de zoon 1] en raakt daardoor van slag. [de zoon 1] kan de rekeningen die betrekking hebben op de vof nu indienen bij de bewindvoerder. Als door de onderbewindstelling van de moeder de vof is geëindigd en dit verder wordt geregeld, dan zijn de problemen ten aanzien van de vof grotendeels opgelost. De financiën van de vof zijn eenvoudig. Wat het complex maakt, is dat in de vof veel bezittingen zitten.

3.10.

De moeder voert tijdens de mondelinge behandeling, samengevat, het volgende aan.

[de zoon 1] en zij hebben jarenlang samengewerkt. [de zoon 1] krijgt nu geen inzicht in de rekening van de vof. De moeder maakt zich er zorgen over of [de zoon 1] wel kan uitvoeren wat nodig is om met het bedrijf verder te gaan. Hij moet die kans wel krijgen en de mogelijkheid hebben om te allen tijde in zijn eigen boekhouding te kijken.

3.11.

De bewindvoerder voert tijdens de mondelinge behandeling, samengevat, het volgende aan.

Het bewind loopt goed en is vooral ingesteld om rust te creëren. De bewindvoerder heeft de moeder gezien tijdens hun kennismaking en bij de mondelinge behandeling in eerste aanleg. Daarna is zij nog een of twee keer op bezoek geweest. De bewindvoerder heeft vanaf het begin geprobeerd contact te krijgen met [de zoon 1] , maar daarop heeft hij geen reactie gegeven. De bewindvoerder heeft het daarbij gelaten.

Na de instelling van het bewind is de bewindvoerder aan de slag gegaan en heeft een rekening voor de moeder geopend. De bewindvoerder is alleen verantwoordelijk voor de privé financiën van de moeder. Het bedrijfsmatige stuk (de vof) ligt niet bij haar.

Afgesproken is dat [de zoon 2] de contactpersoon is voor de bewindvoerder. De bewindvoerder weet niet of het afleggen van rekening en verantwoording al is gebeurd.

3.12.

De mentor heeft schriftelijk, samengevat, het volgende naar voren gebracht. Zij heeft er voor gekozen geen verweerschrift in te dienen en niet ter zitting te verschijnen, omdat zij vindt dat dit een familiekwestie is. Het mentorschap is aangevraagd omdat het nemen van beslissingen over de moeder door de kinderen gezamenlijk niet goed gaat. De moeder heeft last van de onderlinge ruzie tussen de kinderen. De mentor acht het in het belang van de moeder dat het mentorschap in stand blijft.

De motivering van de beslissing

3.13.

Het hof overweegt als volgt.

Totstandkoming bestreden beschikkingen

3.13.1.

[de zoon 1] is van mening dat bij de totstandkoming van de bestreden beschikkingen onvoldoende zorgvuldigheid is betracht. Zijn moeder is via skype verbinding door de kantonrechter gehoord en zij heeft de vragen van de kantonrechter daardoor niet goed gehoord en begrepen.

3.13.2.

Het hof overweegt als volgt. Het hoger beroep heeft mede een herstelfunctie van hetgeen in eerste aanleg niet goed is gegaan. Voor zover het horen van de moeder tijdens de mondelinge behandeling in eerste aanleg niet goed is verlopen, is dat in hoger beroep hersteld. De moeder is tijdens de mondelinge behandeling van het hof verschenen en heeft haar standpunt kunnen toelichten. De grief van [de zoon 1] faalt in zoverre.

Bewind en mentorschap

3.13.3.

Op grond van artikel 1:431 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter, indien een meerderjarige als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, een bewind instellen over één of meer van de goederen die hem als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren.

Op grond van artikel 1:450 lid 1 BW kan de kantonrechter, indien een meerderjarige als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen, een mentorschap instellen.

3.13.4.

Aan de orde is de vraag of de moeder als gevolg van haar lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is haar belangen van vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen.

Het hof is met de rechtbank van oordeel dat dit het geval is.

Het hof neemt voor dit oordeel in aanmerking de (bij het inleidende verzoek) overgelegde bevindingen van [GZ-psycholoog] , GZ-psycholoog, die op 5, 12 en 18 januari 2021 (en daaraan voorafgaand in augustus 2020) een neuropsychologisch onderzoek (van de moeder) heeft verricht. Uit voornoemd rapport blijkt dat bij de moeder sprake is van cognitieve beperkingen op meerdere domeinen. De moeder heeft een beperkt ziekte-inzicht en besef, zij is voldoende georiënteerd in tijd maar wisselend georiënteerd in plaats; het kost haar moeite om te wisselen tussen onderwerpen of taken en er is sprake van intrusie. Zij heeft geheugen- en overzichtsproblemen en is beperkt in staat om zichzelf te controleren en te corrigeren. De zorgbehoefte van de moeder neemt steeds verder toe (verminderd executief functioneren, zij heeft vrijwel voortdurend sturing nodig). De gevonden resultaten kunnen, zo blijkt uit het rapport, niet alleen worden verklaard vanuit de kwetsbare stemming van de moeder en haar fysiek conditioneren. De aard en de ernst van de gevonden uitgebreide neurocognitieve stoornissen doen volgens [GZ-psycholoog] vermoeden dat er mogelijk sprake is van een beginnend dementieel beeld, hoogstwaarschijnlijk van vasculaire aard. Ook uit de overgelegde verslaglegging van [specialist] , specialist ouderengeneeskunde, van 8 februari 2021 blijkt dat bij de moeder sprake is van geheugen- en overzichtsproblemen.

Het hof acht in dit verband verder van belang, wat [de dochter] als verweer heeft aangevoerd en niet is weersproken, dat de moeder weinig inzicht heeft in haar financiën en dit sinds het overlijden van haar echtgenoot in [datum] 2017 laat regelen door [de zoon 1] en dat het zorgzwaartepakket van de moeder in september 2021 is verhoogd.

Tegenover voornoemde aangevoerde feiten en omstandigheden heeft [de zoon 1] zijn standpunt, kort gezegd dat de moeder (weer) in staat is haar belangen te behartigen en voornoemde rapportages zien op een tijdelijke situatie die thans niet meer speelt, naar het oordeel van het hof onvoldoende onderbouwd.

3.13.5.

Uit de processtukken komt naar voren dat in het levenstestament van de moeder staat dat de zonen en de dochter samen de belangen van de moeder dienen te behartigen indien de moeder dat zelf niet meer kan. Het hof zal daarom beoordelen of sprake is van omstandigheden die maken dat het instellen van bewind en mentorschap, ondanks het levenstestament van de moeder, aangewezen is.

Het hof is van oordeel dat hiervan sprake is. Ook in hoger beroep is gebleken dat de onderlinge verstandhouding tussen verschillende kinderen van de moeder is verstoord en zij fundamenteel van mening verschillen over wat er voor de moeder moet gebeuren. Zij verschillen bijvoorbeeld van mening over de vraag of de huidige verblijfplaats van de moeder goed is voor de moeder. Verder is gebleken dat de moeder niet in staat is haar financiële belangen naar behoren te behartigen maar dat ook op het punt van de financiën tussen de kinderen verschil van mening is.

Zonder bewind en mentorschap bestaat het risico dat de moeder weer (meer) last en spanningen gaat ervaren als gevolg van de verstoorde verstandhouding tussen de kinderen en hun meningsverschillen over wat in het belang van hun moeder is.

3.13.6.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het bewind en het mentorschap op goede gronden zijn ingesteld.

3.13.7.

[de zoon 1] heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep nog aangevoerd dat het wenselijk is dat het bewind wat betreft de vof niet moet worden ingesteld. Hij heeft echter niet onderbouwd en inzichtelijk gemaakt wat dit betekent voor de belangen van de moeder. Hij heeft (alleen) aangegeven waarom hij geen bewind wil. Het hof laat daarom de onderbewindstelling over alle goederen die (zullen) toebehoren aan de moeder in stand.

3.13.8.

Voor zover de grief van [de zoon 1] ziet op, kort gezegd, de gevolgen van het bewind voor de (afwikkeling van de) vof, overweegt het hof nog het volgende.

[de zoon 1] heeft een gedeelte van een overeenkomst van vennootschap in het geding gebracht, waarin onder artikel 12 lid 1 sub c staat dat de overeenkomst van vennootschap eindigt door onder bewindstelling van het gehele vermogen van een vennoot. Onduidelijkheid bestaat over wat dit concreet betekent voor de (afwikkeling van) vof en wie hiervoor verantwoordelijk is/zijn. Voorts is tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep gebleken dat de bewindvoerder (het aandeel van de moeder in) de vof buiten haar werkopdracht als bewindvoerder aanmerkt, maar dat zij sinds de instelling van het bewind wel de Rabobank -rekening van de vof beheert en [de zoon 1] geen zicht meer heeft op die rekening. [de zoon 1] voert aan hierdoor problemen te hebben bij het opstellen van financiële stukken en het doen van belastingaangifte met betrekking tot de vof. De moeder uit ook zorgen over wat dit betekent voor de voortzetting van het bedrijf.

Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting heeft de bewindvoerder verklaard dat zij gaat kijken wat zij met (de afwikkeling van) de vof kan/moet. Om duidelijkheid te creëren zal de bewindvoerder de moeder en de kinderen dienen te informeren over de vraag of zij de vof tot haar werk van bewindvoerder rekent en wat zij met betrekking tot de afwikkeling van de vof gaat doen. [de zoon 1] kan de bewindvoerder hierover ook zelf benaderen.

3.13.9.

Voornoemde bezwaren van [de zoon 1] betreffen de uitvoering van het bewind (en niet de grond voor bewind). Voor zover hij daarmee heeft bedoeld dat er een andere bewindvoerder moet worden benoemd, is naar het oordeel van het hof onvoldoende gesteld en ook niet gebleken van zwaarwegende omstandigheden die maken dat de bewindvoerder zijn functie niet langer kan uitoefenen.

Slotsom

3.14.

Op grond van het voorgaande zal het hof de beschikkingen waarvan beroep bekrachtigen.

4 De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beschikkingen van de rechtbank Oost-Brabant van 6 mei 2021.

Deze beschikking is gegeven door mrs. J.F.A.M. Graafland-Verhaegen, E.L. Schaafsma-Beversluis en P.M.M. Mostermans en is in het openbaar uitgesproken op 28 april 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature