Arbeidsrecht WWZ. Ontbinding op de g-grond.
Werknemer is met koper van werkgever in de auto van zijn zoon in de buurt van een metaalhandelaar aangehouden door de politie. Bij de politie heeft de werknemer verklaard dat hij het koper wilde verkopen aan de metaalhandelaar. Werknemer heeft later verklaard dat dit een onhandig grapje was. Vervolgens heeft werkgever werknemer tijdens meerdere gesprekken in de gelegenheid gesteld om een toelichting te geven op deze omstandigheden waarbij werknemer tegenstrijdige, althans gewijzigde verklaringen heeft afgelegd. Werkgever is daardoor het vertrouwen in werknemer verloren. Daarmee is naar het oordeel van het hof de arbeidsverhouding dermate verstoord dat van werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat werknemer een leidinggevende functie vervulde en een grote mate van vrijheid genoot ten aanzien van het beheer van het materiaal.