Art. 36 IW. Aansprakelijkstelling bestuurder.
Niet horen voorafgaand aan het vaststellen van de beschikking is niet in strijd met een nationaal verdedigingsbeginsel of een ander algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. Het hof acht aannemelijk dat de BV met de overdracht van de uitzendactiviteiten heeft besloten haar activiteiten te beƫindigen. Nu de BV niet in staat was al zijn schuldeisers te voldoen en de BV betalingen heeft verricht aan schuldeisers die gelieerd zijn aan haarzelf, is sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Aansprakelijkstelling is terecht, maar wordt wel verminderd omdat de naheffingsaanslagen tot te hoge bedragen zijn vastgesteld. Verder is aannemelijk dat nettoloonafspraken zijn gemaakt, waarbij geen onkostenvergoedingen met de werknemers zijn overeengekomen, anders dan een kilometervergoeding. De correcties van vergoedingen aan werknemers moeten worden gebruteerd.