U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Gepubliceerd in verband met ingesteld cassatieberoep

Uitspraak



Parketnummer : 20-001322-19

Uitspraak : 3 maart 2020

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 23 april 2019 in de strafzaak met parketnummer

01-845414-18 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,

wonende te [adres]

Hoger beroep

Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken van het hem onder 1 en 3 ten laste gelegde en is de verdachte veroordeeld voor het hem onder 2 en 4 ten laste gelegde, waarvoor hem een gevangenisstraf voor de duur van 60 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 20 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren is opgelegd.

Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Omvang van het hoger beroep

Het hoger beroep is in de appelakte uitdrukkelijk beperkt tot de veroordeling ter zake van hetgeen aan de verdachte onder 2 en 4 is ten laste gelegd. Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.

Van de zijde van de verdachte is bepleit dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging ten aanzien van het hem onder 2 ten laste gelegde en de verdachte zal vrijspreken ten aanzien van het hem onder 4 ten laste gelegde. Voorts is een strafmaatverweer gevoerd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis (voor zover nog aan het oordeel van het hof onderworpen) en met de gronden waarop het berust, met aanvulling van de bewijsoverweging en met uitzondering van het kopje ‘Beroep op een schulduitsluitingsgrond’ op pagina 5 en 6 van het vonnis. Dit kopje zal komen te vervallen en worden vervangen door hetgeen hierna – mede gelet op het in hoger beroep herhaalde beroep op psychische overmacht – onder ‘Strafbaarheid van de verdachte’ wordt overwogen.

Aanvullende bewijsoverweging

De raadsman heeft in hoger beroep bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem onder 4 ten laste gelegde, omdat de herkenning van de verdachte door de verbalisant op basis van de loop, het uiterlijk en het postuur van de persoon op de camerabeelden onvoldoende specifiek is om tot een betrouwbare en controleerbare herkenning te komen. De verdediging heeft in eerste aanleg om de camerabeelden verzocht om voornoemde ambtshalve herkenning te kunnen controleren, maar deze camerabeelden bleken niet meer voorhanden. Daarbij komt dat de persoon op de camerabeelden een pet droeg, waardoor een deel van het gelaat niet of slecht zichtbaar moet zijn geweest. De broer van de verdachte lijkt veel op verdachte en komt ook geregeld op de bewuste locatie.

Het hof overweegt als volgt.

Het hof stelt vast dat de verdachte door [verbalisant] , welke de verdachte ambtshalve kent, ‘zonder enige twijfel en onmiddellijk’ wordt herkend op de camerabeelden. Deze herkenning waarbij is gelet op de loop, het uiterlijk en het postuur van de persoon op de beelden, is naar het oordeel van het hof voldoende specifiek en kan daarmee als betrouwbaar worden aangemerkt.

Het hof heeft, hoewel het zelf niet tot een herkenning is kunnen komen, geen aanleiding te twijfelen aan deze herkenningen van de verdachte. [verbalisant] kent de verdachte immers ambtshalve en had verdachte ook recentelijk nog gesproken. Daarbij acht het hof mede van belang dat de verbalisant de verdachte niet alleen heeft herkend aan zijn uiterlijke kenmerken, maar ook aan zijn manier van bewegen. Het feit dat de verdediging zelf geen kennis heeft kunnen nemen van de camerabeelden doet daaraan niet af.

Gelet hierop is het hof met de rechtbank van oordeel dat het door de verdediging gevoerde verweer van persoonsverwisseling dat strekt tot vrijspraak van de verdachte wordt weerlegd door de bewijsmiddelen zoals opgenomen in het vonnis. De verdachte wordt onmiskenbaar herkend door [aangever] en [verbalisant] . Het hof verwerpt het verweer en acht de ten laste gelegde lokaalvredebreuk wettig en overtuigend bewezen.

Strafbaarheid van de verdachte

De raadsman heeft ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde bepleit dat de verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de verdachte een beroep op psychische overmacht toekomt. De verdachte heeft het geldbedrag gepind onder invloed van een van buiten komende drang waartegen hij redelijkerwijze geen weerstand kon noch behoefde te bieden. [medeverdachte] heeft de verdachte bevolen dat hij (verdachte) een geldschuld moest afbetalen, dat er mannetjes voor de deur bij de verdachte thuis stonden en dat deze mannetjes opdracht zouden krijgen van [medeverdachte] om de vrouw en kinderen van de verdachte wat aan te doen als de geldschuld niet die avond zou worden afbetaald. Objectief gezien had de situatie wellicht anders opgelost kunnen worden, maar in de subjectieve belevingswereld van de verdachte kon hij geen kant op. Het uitgangspunt bij de beoordeling van het beroep op psychische overmacht dient de subjectieve belevingswereld van de verdachte te zijn, niet of er geabstraheerd van die subjectieve belevingswereld naar objectieve maatstaven op een bepaalde wijze gehandeld (of nagelaten) had moeten worden.

Het hof overweegt als volgt.

Van psychische overmacht is sprake bij een van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kan en ook niet behoeft te bieden. Het gedrag van de verdachte moet de proportionaliteitstoets kunnen doorstaan. Daarbij wordt de afweging van belangen betrokken op de persoonlijke omstandigheden van de dader. Bij de subsidiariteitseis is aan de orde of er voor de dader geen andere, minder ingrijpende, uitweg uit het door hem ervaren dilemma had bestaan dan de door hem gekozene.

Het hof is anders dan de raadsman van oordeel dat het criterium dat sprake is van een van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kon noch behoefde te bieden, beoordeeld dient te worden naar objectieve omstandigheden van het geval én wat verwacht mag worden van verdachte onder die omstandigheden, afgemeten naar met de verdachte te vergelijken personen in dezelfde omstandigheden.

Wanneer een beroep op psychische overmacht wordt gedaan, is de rechter gehouden de feitelijke grondslag van dat verweer te onderzoeken. De hierboven genoemde feiten – de bedreiging door [medeverdachte] dat, als de geldschuld die avond niet zou worden afbetaald, hij opdracht zou geven de vrouw en kinderen van de verdachte wat aan te doen en dat er op dat moment daadwerkelijk mannetjes in opdracht van [medeverdachte] voor de deur van de verdachte thuis stonden – acht het hof op basis van het dossier aannemelijk.

Desondanks is het hof van oordeel dat van de verdachte redelijkerwijs kon en mocht worden verwacht dat hij een andere uitweg zou kiezen, zodat niet aan de subsidiariteitseis is voldaan. De verdachte had immers bijvoorbeeld de politie kunnen inschakelen toen hij alleen op weg was om het geld te pinnen. Het beroep op psychische overmacht wordt verworpen.

BESLISSING

Het hof:

Bevestigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, met inachtneming van het hiervoor overwogene.

Aldus gewezen door:

mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen, voorzitter,

mr. W.E.C.A. Valkenburg en mr. S. Riemens, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. R.R.A.C. Dinnissen, griffier,

en op 3 maart 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature