Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling strafrecht
Parketnummer Hof: [Nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [Nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien het verzoekschrift [datum 2019] ingediend namens:
naam
[Achternaam verdachte]
voornamen
[Voornamen verdachte]
geboren
[geboortedatum] te [geboorteplaats]
wonende te
[woonplaats]
adres
[woonplaats]
thans verblijvende
in [detentieplaats]
strekkende tot opheffing subsidiair schorsing van de voorlopige hechtenis;
Het hof heeft gehoord in raadkamer van dit hof de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.P.J.C. Heuvelmans.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis op te heffen.
Om de redenen als genoemd in de beschikking van dit hof van 6 juni 2019 naar aanleiding van het appel tegen het bevel gevangenneming (ECLI:NL:GHSHE:2019:2159) zal het hof daar niet toe overgaan. Het hof wijst af het verzoek.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen.
Het hof overweegt als volgt.
De vrijheidsbeneming van verdachte is door het veroordelend vonnis van [datum 2019] komen te berusten op artikel 5, eerste lid sub a van het EVRM . Dat betekent onder meer dat het recht van de verdachte om zijn berechting in vrijheid af te wachten niet zonder meer van toepassing is, nu er sprake is van een veroordelend vonnis door een daartoe bevoegde rechter, en niet op voorhand is gebleken dat dit vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust.
Schorsing van de voorlopige hechtenis is in zaken waarbij het gaat om een veroordeling voor een of meer strafbare feiten waar naar de wettelijke omschrijving twaalf jaar of meer gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt, in beginsel slechts aan de orde wanneer er sprake is van bijzondere zwaarwichtige, de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij (voortzetting van de) voorlopige hechtenis, dient te wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Dergelijke omstandigheden zijn niet aangevoerd, noch is het hof anderszins van het bestaan ervan gebleken. De enkele omstandigheid dat verdachte een goed lopend bedrijf in de handel in auto’s heeft, is niet een zodanige omstandigheid dat daarvoor het maatschappelijk belang dient te wijken.
Het hof wijst af het verzoek.
BESCHIKKENDE
Wijst af het ingediende verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis;
Wijst af het ingediende verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis;
Aldus gedaan op 6 juni 2019
door mr. R.A.T.M. Dekkers, voorzitter, mr. F.J.M. Walstock en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. R. van Maaren, griffier.
Fiat betekening en tenuitvoerlegging:
's-Hertogenbosch,
De advocaat-generaal,
Gezien d.d.
De directeur van [detentieplaats]