E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHSHE:2015:2584
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, F 200.160.666_01

Inhoudsindicatie:

In zijn verweerschrift heeft de vader gewezen op een door beide partijen (door de vader op 6 december 2014 en door de moeder op 8 december 2014) ondertekend ouderschapsplan

Partijen zijn in dit plan, nadat het hoger beroep door de moeder was ingesteld, overeengekomen dat het hoofdverblijf van de minderjarige bij de vader is.

De tekst van dit ouderschapsplan is duidelijk. Aan de moeder kan worden toegegeven dat de vraag hoe een schriftelijke overeenkomst dient te worden uitgelegd niet enkel beantwoord kan worden aan de hand van de taalkundige uitleg. Het komt tevens aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (haviltex-formule). In de onderhavige procedure is het hoofdverblijf van de minderjarige onderwerp van het geschil geweest. Nadat de rechtbank de bestreden beschikking heeft gewezen en de vrouw hoger beroep heeft ingesteld zijn partijen alsnog met elkaar in overleg getreden en is het ouderschapsplan opgesteld en door beide partijen ondertekend. In dat licht bezien kan de vader de moeder thans houden aan hetgeen partijen overeengekomen zijn ten aanzien van het hoofdverblijf en heeft de moeder ook volstrekt onvoldoende gesteld en onderbouwd op welke grond de vader had dienen te weten dat de bedoeling van de moeder anders zou zijn dan in het ouderschapsplan tot uitdrukking is gebracht. Het hof zal derhalve, zoals de vader verzoekt, het door partijen ondertekende ouderschapsplan aanhechten aan deze onderhavige beschikking onder verwijzing naar artikel 2 waarin onder meer is opgenomen:

“Het kind heeft haar hoofdverblijf bij de vader en zal op zijn adres in het bevolkingsregister van de gemeente ingeschreven staan…”

Overigens ziet het hof in hetgeen verder door de moeder is aangevoerd geen reden om het hoofdverblijf van de minderjarige te wijzigen. Gebleken is immers dat het goed gaat met de minderjarige, hetgeen door de moeder onvoldoende is betwist

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie