Uitspraak
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.079.851/01
arrest van 1 april 2014
in de zaak van
Abc Wonen BV, voorheen genaamd Architectenburo [Architectenburo] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante in principaal appel,
geïntimeerde in incidenteel appel,
advocaat: mr. G.J.A. van Dinter te Herten,
tegen
1 [geïntimeerde 1],wonende te [woonplaats],
2. [geïntimeerde 2],wonende te [woonplaats],
geïntimeerden in principaal appel,
appellanten in incidenteel appel,
advocaat: mr. G.R.A.G. Goorts te Deurne,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 27 september 2011 en 11 december 2012 in het hoger beroep van het door de rechtbank Roermond onder zaaknummer 97565/HA ZA 09-895 gewezen vonnis van 15 december 2010.
Het hof zal de nummering van de tussenarresten voortzetten, en partijen opnieuw aanduiden als [Architectenburo] respectievelijk [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2].
9 Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 11 december 2012;
- de processen-verbaal van de enquête van 5 maart 2013 en 23 mei 2013;
- de processen-verbaal van de contra-enquête van 3 september 2013 en 24 oktober 2013;
- de antwoordmemorie na contra-enquête van [geïntimeerde 1] [geïntimeerde 2] tevens de overleg in producties.
Partijen hebben arrest gevraagd.
10 De verdere beoordeling
Bij genoemd tussenarrest zijn aan partijen bewijsopdrachten verstrekt. Partijen hebben getuigen doen horen.[Architectenburo] was in de gelegenheid gesteld als eerste een memorie na enquête te nemen. [Architectenburo] heeft uitstel gevraagd, maar dat uitstel is niet verleend gelet op artikel 2.14 pilotreglement. [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hebben een memorie na contra-enquête genomen, waarbij zij tevens producties hebben overgelegd. [Architectenburo] dient op deze producties, die ook als bewijsmiddel worden overgelegd, te kunnen reageren. Het hof zal [Architectenburo] daartoe bij akte in de gelegenheid stellen. Het hof zal dan ook nog niet ingaan op de bewijslevering en op de overige opmerkingen van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] in hun memorie na contra-enquête, maar de zaak aanstonds naar de rol verwijzen. Nadat de akte is genomen zal het hof opnieuw arrest wijzen.
11 De uitspraak
Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 29 april 2014 voor akte inzake producties wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.Th. Begheyn, C.N.M. Antens en J.C.J. van Craaikamp en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 1 april 2014.