E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHSHE:2011:BT8248
LJN BT8248, Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10/00572

Inhoudsindicatie:

Belanghebbende oefent sinds 2004 een accountantspraktijk uit. Hij start vanuit zijn daartoe verbouwde woning die hij heeft ingebracht in de onderneming tegen de vrije verkoopwaarde ad € 600.000,-. In 2006 brengt belanghebbende zijn onderneming in in een BV en verplaatst het kantoor. De woning brengt belanghebbende over naar privé tegen de waarde in bewoonde staat ad € 390.000,- en het boekverlies brengt belanghebbende ten laste van zijn belastbaar inkomen 2006. In geschil is het antwoord op de vraag of belanghebbende zijn pand in 2004 voor de waarde in vrije staat had mogen inbrengen. Belanghebbende stelt dat door het accepteren van de afschrijving over de hoge inbrengwaarde bij hem het in rechte te beschermen vertrouwen was gewekt dat de inbrengwaarde door de inspecteur akkoord was bevonden. Deze stelling wordt door de rechtbank verworpen. Het Hof verwijst voor wat betreft de inbrengwaarde naar het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2000, nr. 35.550 onder meer gepubliceerd in BNB2000/270, en naar de noot van Zwemmer onder dat arrest en geeft belanghebbende gelijk. De stelling met betrekking tot het opgewekt vertrouwen behoeft geen behandeling meer. Hoger beroep van belanghebbende gegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie