In deze KB-Lux procedure moet de geheimhoudingskamer uitspraak doen over een drietal vragen:
Heeft de inspecteur terecht geweigerd een ongeschoonde versie van het zgn. Draaiboek over te leggen?
Heeft de inspecteur terecht geweigerd ongeschoonde versies van het microfiche over te leggen?
Bestaan er nog meer stukken die de inspecteur moet overleggen?
De geheimhoudingskamer wijst alle eisen van belanghebbende in een uitvoerig gemotiveerde uitspraak af. Op de eerste twee vragen oordeelt het Hof dat de inspecteur terecht bepaalde passages en namen "gewit" heeft. Op de derde vraag antwoordt de geheimhoudingskamer dat zij geen taak heeft in het opsporen van al dan niet bestaande stukken, maar dat dat een taak is van de kamer die de hoofdzaak behandelt. In de rechtsmiddelenverwijzing legt de geheimhoudingskamer nog eens uit dat van deze uitspraak slechts tegelijkertijd met de hoofdzaak hoger beroep dan wel cassatie kan worden aangetekend.