E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHSHE:2007:AZ9319
LJN AZ9319, Gerechtshof 's-Hertogenbosch, C0500677-HE

Inhoudsindicatie:

Lid 1 van artikel 10 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (hierna: WAM) bepaalt dat een uit deze wet voortvloeiende rechtsvordering van de benadeelde tegen de verzekeraar verjaart door verloop van drie jaar te rekenen van het feit waaruit de schade is ontstaan, terwijl lid 5 bepaalt - voor zover thans van belang - dat de verjaring ten opzichte van een verzekeraar wordt gestuit door iedere onderhandeling tussen de verzekeraar en de benadeelde. [..] Indiening van een verzoekschrift tot het instellen van een voorlopig deskundigenonderzoek voordat een zaak aanhangig is, kan niet worden aangemerkt als een daad van rechtsvervolging aan de zijde van de gerechtigde in de zin van artikel 3:316 BW, gelet op het doel van een dergelijk deskundigenonderzoek, namelijk het beoordelen van de kansen die partijen hebben in een eventueel te voeren geding. Door indiening van een dergelijk verzoek wordt de verjaring dus niet gestuit op de voet van artikel 3:316 BW (vgl. Hof 's-Gravenhage 19 mei 1971, NJ 1974, 99). [..] Het hof begrijpt uit deze stellingen dat appellant zich beroept op met Fortis gevoerde onderhandelingen in de zin van artikel 10 lid 5 WAM . [..] Nu [appellant] vooralsnog op dit punt te weinig heeft gesteld, zal het hof [appellant] in de gelegenheid stellen zijn stellingen bij akte toe te lichten en te onderbouwen met schriftelijke stukken. Voor zover [appellant] heeft bedoeld zich te beroepen op artikel 3:317 lid 1 BW , stelt het hof appellant tevens in de gelegenheid bij dezelfde akte dit beroep toe te lichten en met schriftelijke stukken te onderbouwen.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie