E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR5488
LJN BR5488, Gerechtshof 's-Gravenhage, 22-000993-10

Inhoudsindicatie:

Twee broers, hun zus en hun moeder hebben zich bezig gehouden met het witwassen van auto's. Deze - uit misdrijf verkregen - dure auto's, een BMW 645 cabrio en een Audi A4 cabrio, waren van de broers, maar werden (ook) afwisselend op naam van de zus en de moeder gesteld. Zodoende hebben de verdachten verhuld wie de rechthebbenden van de auto's waren. Een van de broers heeft ook nog een geldbedrag witgewassen. Beide broers genoten een bijstandsuitkering.

Het hof verwerpt de gevoerde verweren aangaande de (niet-)ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Het hof is van oordeel dat voldoende inzicht is verschaft in de vraag hoe en wanneer de verdenking jegens de verdachten is ontstaan. Het hof is voorts van oordeel dat de politie kon menen dat ten aanzien van de verdachten een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeide. Daarbij is ook het feit van algemene bekendheid van belang dat het bij de BMW (waarmee het onderzoek is begonnen) om een dure auto gaat die personen met een uitkering in beginsel niet kunnen betalen. De beide broers worden wegens witwassen veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden (LJN BR5476 en LJN BR5488). Hun zus (LJN BR5486) en hun moeder (LJN BR5484) worden allebei veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk, voor schuldwitwassen.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie