U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken na echtscheiding . Raad in 2008 en ouderschapsdeskundige in 2010 concluderen dat sprake is van een ernstige situatie, waarin de ouders maar geen verandering weten aan te brengen. Vernietiging van de dwangsombeschikking.

Uitspraak



GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Familiesector

Uitspraak : 20 oktober 2010

Zaaknummer : 105.010.136/01

Rekestnr. rechtbank : FA RK 04-5287

[appellant],

wonende te [woonplaats],

verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat mr. N.D. Bauman,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

verweerder in hoger beroep

hierna te noemen: de vader,

advocaat voorheen mr. E. Grabandt, thans mr. P. van Dolderen.

In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de raad voor de kinderbescherming,

regio Haaglanden en Zuid-Holland Noord,

locatie Den Haag,

hierna te noemen: de raad.

VERDERE PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

Het hof verwijst voor het verloop van het geding naar zijn tussenbeschikking van 18 februari 2009, waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd. Bij die beschikking is tot deskundige benoemd mevrouw drs. J.A.M. Hendriks (hierna: de deskundige) in het door haar uit te voeren ouderschapsonderzoek. Iedere verdere beslissing is daarbij aangehouden.

Van de zijde de deskundige is op 23 september 2009 bij het hof een brief ingekomen inhoudende het verzoek een regiezitting te bepalen teneinde met partijen en hun advocaten te bezien hoe uit de patstelling waarin partijen zich bevinden te komen.

De moeder en de vader hebben hierop door middel van een brief, gedateerd op 27 oktober 2009 respectievelijk 28 oktober 2009, gereageerd.

Op 8 december 2009 heeft er, onder leiding van de raadsheer-commissaris, een zitting plaatsgevonden.

Teneinde de verdere voorgang van het ouderschapsonderzoek te bewerkstelligen is van de zijde van het hof een brief, gedateerd, 26 april 2010, aan partijen uitgegaan.

Van de zijde van de vader is daarop bij het hof een schriftelijke reactie op 19 mei 2010 ingekomen strekkende tot het doen opstellen van een eindrapport door de deskundige opdat uitspraak kan worden gedaan. Van de zijde van de moeder is op voormelde brief van de vader, een schriftelijke reactie bij het hof ingekomen op 28 mei 2010; aangaande de verdere afdoening van de zaak heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.

Het hof heeft de deskundige verzocht zo spoedig mogelijk eindrapport op te stellen en aan het hof te doen toekomen.

Op 16 juli 2010 is het rapport van de deskundige (hierna: het deskundigenbericht) bij het hof ingekomen.

Het hof heeft daarop de beschikking op heden bepaald.

VERDERE BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

1. Het hof stelt voorop dat op 1 maart 2009 in werking is getreden de Wet van 27 november 2008 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid tot het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding; Stb. 2008, 500). Nu daarin overgangsrechtelijke bepalingen ontbreken, heeft de wet onmiddellijke werking. Waar het vóór eerstgenoemde datum, in het geval ouders gezamenlijk het gezag hebben over hun minderjarige kind(eren), in gerechtelijke procedures gangbaar was te spreken van "omgang", in de zin van de duur van het verblijf van de minderjarige(n) bij de andere ouder dan die waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft, omschrijft de wet in artikel 1:253a BW dit nu als "een toedeling van de zorg- en opvoedingstaken", als onderdeel van een regeling inzake de uitoefening van het ouderlijk gezag. Het hof zal in deze zaak het begrip "omgang" verstaan als "toedeling van zorg- en opvoedingstaken" en beoordelen in het licht van de Wet bevordering voortgezet ouderschap.

2. Uit de rapportage van de door het hof benoemde deskundige is af te leiden dat de situatie tussen partijen sinds de mondelinge behandeling en het ouderschapsonderzoek ongewijzigd is. De conclusie van de deskundige, zoals neergelegd in het deskundigenrapport onder punt 6.3, houdt in dat het de moeder en de vader - om voor hen moverende en vanuit de door hen gegeven achtergronden te begrijpen, redenen - niet is gelukt het onderlinge vertrouwen te vergroten of zelfs maar het wantrouwen tussen hen te verkleinen, waardoor het ouderschapsonderzoek vanwege de ontstane blokkade en patstelling tussen de ouders over financiële zaken, moest worden afgerond. [de minderjarige] is door de deskundige om die reden niet betrokken kunnen worden in het onderzoek

3. Het hof overweegt als volgt. Partijen procederen reeds vele jaren over de gevolgen van de echtscheiding waaronder de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken voor [de minderjarige]. Het hof komt tot de conclusie dat de moeder en de vader niet hebben weten te profiteren van de (hernieuwde) kans om, in het klemmende belang van [de minderjarige], te komen tot en heroriëntering op het ouderschap na scheiding. De strijd van partijen over de door de vader verbeurde dwangsommen en over de financiële gevolgen van de echtscheiding betreffende partner- en kinderalimentatie , houdt hen daarvan af.

4. Het hof overweegt daarbij dat reeds ten tijde van de bestreden beschikking in 2006, naar oordeel van de kinderechter, het geestelijke en lichamelijke welzijn van de minderjarige, door de onderlinge verstandhouding tussen de ouders alsmede hun verstoorde communicatie, ernstig werd bedreigd. Het gegeven dat de ouders ook de afgelopen jaren niet in staat zijn gebleken om hun onderlinge communicatie in hun rol als ouder vorm te geven, waardoor er tussen partijen nog steeds grote spanningen en diepgaand wantrouwen bestaat, sluit aan bij de conclusie van de raad in zijn rapport van 26 juni 2008 dat zulks voor de minderjarige extra spanningen met zich mee brengt, belastend voor haar is en een zodanige bedreiging vormt voor haar ontwikkeling dat contact tussen de vader en [de minderjarige], ernstig nadeel oplevert voor de ontwikkeling van laatstgenoemde. Gelet op het bovenstaande maakt het hof de conclusie van het rapport van de raad, tot de zijne met dien verstande dat aan de vader een tijdelijk verbod zal worden opgelegd om contact te hebben met [de minderjarige] omdat, naar het oordeel van het hof, haar belang dat vereist.

5. Nu de hele gang van zaken tot op heden geen andere conclusie toe laat dan dat er de afgelopen jaren geen enkele basis voor omgang is geweest, zal het hof de bestreden beschikking vernietigen, als gevolg waarvan de moeder voor het niet nakomen van de daarin vastgelegde omgangsregeling ook geen dwangsommen aan de vader verschuldigd is (geworden). Teneinde verdere executieproblemen tussen partijen te voorkomen zal het hof dit laatste expliciet bepalen.

Het hof zal de vader voor de nabije toekomst het contact met [de minderjarige] verbieden als na te melden.

6. Gelet op de door de deskundige overlegde rekening, stelt het hof hierbij de vergoeding van de deskundige vast op € 1.726,99 (inclusief BTW) zoals door haar is verzocht. Het hof heeft voornoemd bedrag inmiddels aan de deskundige mevrouw drs. J.A.M. Hendriks voldaan.

7. Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING OP HET HOGER BEROEP

Het hof:

vernietigt de bestreden beschikking, ook voor wat betreft de daarin opgelegde dwangsomveroordeling; en opnieuw rechtdoende,

legt aan de vader het verbod op om contact te hebben met [de minderjarige] voor de duur van één jaar te rekenen vanaf de datum van deze beschikking;

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

stelt de kosten van het deskundigenbericht vast op € 1.726,99 (inclusief BTW).

Deze beschikking is gegeven door mrs. Mos-Verstraten, Kamminga en Van Leuven, bijgestaan door mr. De Klerk als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 20 oktober 2010.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature