Het hof spreekt de verdachte, in de pers aangeduid als Mohamed Fahmi B., vrij van deelname aan een criminele organisatie. De Hofstadgroep heeft onvoldoende organisatorische substantie gehad om tot het bestaan van een organisatie, als bedoeld in de artikelen 140 en 140a Sr, te kunnen concluderen. Teruggave inbeslaggenomen goederen aan de verdachte.