Ten slotte heeft de vrouw betoogd dat de voorzieningenrechter een te hoge dwangsom heeft vastgesteld en dat hooguit € 250,-- per weekend met een maximum van € 5.000,-- had mogen worden opgelegd.
Het hof overweegt dat de vrouw de beschikking van 8 maart 2008, zolang die niet is vernietigd, dient na te komen. Anders dan de vrouw meent, heeft zij niet het recht om de zelf te beoordelen of zij aan de door de rechtbank vastgestelde omgangregeling gevolg zal geven. Een dwangsom is bedoeld als extra prikkel om de nakoming te verzekeren. De hoogte van de dwangsom moet zodanig zijn, dat die prikkel ook effectief is. Het gaat er niet om dat de vrouw financieel in staat moet zijn om te kiezen tussen verbeurte van de dwangsom of nakoming van de omgangsregeling. Het hof acht de door haar aangevoerde bezwaren tegen de door de rechtbank bepaalde hoogte van de dwangsom dan ook niet steekhoudend.