Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Intrekking vorderingen in hoger beroep. De vrouw heeft het er nodeloos op aan laten komen dat de man een memorie van antwoord moest indienen. Geen veroordeling in de werkelijke proceskosten omdat deze zijn betwist en niet zijn onderbouwd. Ondanks familierelatie wel veroordeeld in de proceskosten volgens het Liquidatietarief

Uitspraak



GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Familie

Zaaknummer :200.305.838/01

Rolnummer rechtbank : C/09/616430/KG ZA 21-772

arrest van 22 november 2022

inzake

[appellante] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

appellante,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. D.Th.J. van der Klei te Den Haag,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats 2] ,

geïntimeerde,

hierna te noemen: de man,

advocaat: mr. C. Elsinga te Leiden.

Het geding

Het hof heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:

de op 14 december 2021 uitgebrachte appeldagvaarding, waarin de vrouw in hoger beroep komt van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 16 november 2021, hierna: het bestreden vonnis;

het procesdossier uit de eerste aanleg;

de memorie van grieven van de vrouw, waarin de vrouw drie grieven tegen het bestreden vonnis aanvoert, ingediend op 29 maart 2022;

de memorie van antwoord van de man, ingediend op 21 juni 2022;

de akte intrekking hoger beroep van de vrouw van 5 juli 2022;

de antwoordakte van de man van 19 juli 2022.

De man heeft zijn procesdossier overgelegd en arrest gevraagd.

Korte weergave van wat in hoger beroep voorligt

1. Deze zaak gaat over de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden tussen de man en de vrouw, die tot 4 augustus 2021 gehuwd zijn geweest. Over die afwikkeling zijn in een beschikking van de rechtbank Den Haag 26 april 2021 beslissingen gegeven. Daartegen heeft de vrouw hoger beroep bij dit hof ingesteld. Op 18 mei 2022 heeft het hof een beschikking gegeven waarin het hof de beschikking van 26 april 2021 heeft bekrachtigd.

2. In deze kort gedingprocedure heeft de man, bij dagvaarding van 24 augustus 2021, nakoming van de beschikking van 26 april 2021 gevorderd met betrekking tot de echtelijke woning, die door de vrouw werd bewoond. De vrouw heeft vorderingen in reconventie ingesteld. De vorderingen in kort geding hadden betrekking op de geschilpunten waarover de rechtbank in haar beschikking van 26 april 2021 heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de man toegewezen en de vorderingen in reconventie van de vrouw afgewezen. Daartegen richtte zich het hoger beroep van de vrouw. De voorzieningenrechter heeft verder de proceskosten gecompenseerd.

3. Het gaat nu echter alleen nog om de proceskosten. De vrouw heeft bij akte van 5 juli 2021 het hoger beroep ingetrokken. De man heeft bij antwoordakte gesteld, niet in te stemmen met doorhaling van de zaak, maar heeft gevorderd de vrouw in de werkelijke proceskosten te veroordelen. Dit zelfde heeft de man ook gevorderd in zijn memorie van antwoord.

De vordering van de man inzake de proceskosten

4. De vordering van de man luidt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: de vrouw te veroordelen in de proceskosten van dit hoger beroep van € 3.843,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf 14 dagen na aanzegging van de proceskosten, tot de dag der algehele voldoening, en de vrouw te veroordelen in de nakosten van deze procedure, volgens het toepasselijke liquidatietarief, zonder dan wel met betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten vanaf 14 dagen na aanzegging van de nakosten tot de dag der algehele voldoening.

Beoordeling van het hoger beroep

5. Nu de vrouw het hoger beroep intrekt maakt het hof daaruit op dat de vrouw haar vorderingen niet langer handhaaft en deze verder niet kunnen worden onderzocht. Dit volgt ook uit wat de vrouw in de akte intrekking hoger beroep daarover heeft gesteld. Zij verwijst hierin uitdrukkelijk naar de uitspraak in de hoofdzaak van dit hof van 18 mei 2022. Het hof zal de vrouw daarom niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep.

6. De vrouw heeft in de akte intrekking hoger beroep over de proceskosten het volgende aangevoerd:

De vrouw bestrijdt de door de man gestelde aansprakelijkheid en de door de man gestelde schade; de hoogte van de schade is niet onderbouwd;

De vrouw bestrijdt de hoogte van de vordering;

Een vergoeding van werkelijke proceskosten is alleen mogelijk in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatige daad en die zijn te beoordelen naar het moment van het instellen van de eis, respectievelijk het moment van het indienen van het verweer; op het moment dat de vrouw appel instelde, liep de hoofdzaak nog;

De memorie van antwoord van de man is gemaakt met de wetenschap van de uitkomst van de procedure in de hoofdzaak; de man had kunnen volstaan met een referte;

In het algemeen vindt in het familierecht een compensatie van kosten plaats.

7. De man voert ter onderbouwing van zijn vordering inzake de proceskosten het volgende aan:

De man heeft de vrouw na de beschikking van het hof van 18 mei 2022 in de gelegenheid gesteld om het beroep tegen het vonnis in kort geding in te trekken; de man verwijst naar de berichten van zijn advocaat aan de advocaat van de vrouw van 20 mei 2022 en van 8 juni 2022;

De vrouw heeft dit niet gedaan en heeft niets van zich laten horen, ook niet na het rappel door de advocaat van de man op 8 juni 2022;

Daarom is er aanleiding de vrouw in de werkelijke proceskosten te veroordelen, want er is sprake van misbruik van procesrecht en/of onrechtmatig handelen.

8. Het hof stelt het volgende voorop. De voorzieningenrechter is gehouden om zijn vonnis af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter, een enkele uitzondering daargelaten.

9. In deze zaak heeft het hof de beschikking van de rechtbank van 26 april 2021 bekrachtigd. Het hof had in deze kort geding procedure, indien de vrouw het hoger beroep niet zou hebben ingetrokken, niet anders kunnen oordelen dan geheel in de lijn van wat het hof in de beschikking van 18 mei 2022 heeft beslist. Dat sprake zou zijn van een uitzondering op de situatie waarin de voorzieningenrechter zijn vonnis moet afstemmen op de beslissing in de bodemzaak, is gesteld noch gebleken. Het belang van de vrouw aan haar vorderingen in hoger beroep in deze kort geding procedure was daarmee, op het moment dat het hof op 18 mei 2022 uitspraak in de hoofdzaak heeft gedaan, komen te ontvallen.

10. De zaak stond op de rol van 10 mei 2022 voor het indienen van de memorie van antwoord. Ondanks bezwaar van de vrouw is aan de man vanwege klemmende redenen twee weken uitstel verleend voor het indienen daarvan. Vervolgens is nog een volgende uitstel aan de man verleend tot 21 juni 2022. De man was dan ook genoodzaakt om uiterlijk op 21 juni 2022 een memorie van antwoord in te dienen, omdat daartoe nadien geen gelegenheid meer zou worden gegeven. Op dat moment had de vrouw haar vorderingen nog altijd niet ingetrokken.

11. De vrouw heeft de hoogte van de werkelijke proceskosten betwist. De man heeft het door hem gevorderde bedrag niet onderbouwd. Zo ontbreken een urenspecificatie en facturen. Reeds daarom zal het hof de vrouw niet veroordelen tot betaling van de werkelijke proceskosten.

12. Resteert de vraag of de vrouw in de proceskosten conform het Liquidatietarief moet worden veroordeeld, dan wel een compensatie van kosten moet plaatsvinden. Het hof is van oordeel dat er geen grond is om de vrouw alsnog in de proceskosten in eerste aanleg te veroordelen. Voor wat betreft de proceskosten in hoger beroep oordeelt het hof anders vanwege het volgende.

13. Het hof deelt niet het standpunt van de vrouw, dat de man had kunnen volstaan met een referte. Een advocaat moet zijn processtukken zo opstellen, dat daarin alle (nog) te beoordelen stellingen van de wederpartij voldoende worden besproken. Nu de vrouw haar vorderingen voor het opstellen van de memorie van antwoord niet had ingetrokken is het logisch en voorstelbaar dat de man zijn reactie heeft verwoord op de memorie van grieven, om er zeker van te zijn dat hij alles wat hij nodig achtte, afdoende zou hebben besproken. Het hof is van oordeel dat de vrouw de zaak hier omdraait: waarom heeft zij de vorderingen niet tijdig ingetrokken, terwijl haar daartoe ook nog twee maal is verzocht? De vrouw geeft daar ook geen antwoord op in haar akte intrekking hoger beroep. Het hof is van oordeel dat de vrouw de door de man gemaakte proceskosten nodeloos heeft veroorzaakt.

14. Het hof is dan ook van oordeel dat de vrouw in de proceskosten moet worden veroordeeld. Het hof begroot deze kosten als volgt:

Griffierecht: € 343,-

Salaris advocaat (1,5 punt, tarief II): € 1.671,-

Totaal € 2.014,-

Ook de gevorderde nakosten en wettelijke rente zullen worden toegewezen.

15. Dit leidt tot de volgende beslissing.

Beslissing

Het hof:

verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in het door haar ingestelde hoger beroep;

veroordeelt de vrouw in de proceskosten in hoger beroep aan de zijde van de man, tot een bedrag van € 2.014,-, te voldoen binnen veertien dagen na aanzegging van de proceskosten, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na aanzegging van de proceskosten tot de dag van volledige betaling;

en voorts tot betaling van de nakosten, te bepalen op € 163,- zonder betekening en, indien de vrouw niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest vrijwillig aan de veroordeling in dit arrest heeft voldaan en daarna betekening van het arrest heeft plaatsgevonden, tot betaling van een bedrag van € 248,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over de verschuldigde nakosten vanaf veertien dagen na aanzegging van de nakosten, respectievelijk betekening van dit arrest aan de vrouw, tot de dag der algehele voldoening;

verklaart dit arrest voor wat betreft de proceskostenveroordeling, met inbegrip tot de veroordeling van de betaling van nakosten, uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het in hoger beroep meer of anders gevorderde.

Dit arrest is gewezen door mrs. E.A. Mink, J.A. van Kempen en A.C. Olland en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van22 november 2022 in aanwezigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature