E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHDHA:2021:1218
Gerechtshof Den Haag, 2200003118

Inhoudsindicatie:

De verdachte wordt verweten dat hij als voorzitter van de Raad van Toezicht van een stichting zich samen met de bestuurder van die stichting schuldig heeft gemaakt aan het plegen van (gewoonte)witwassen dan wel schuldwitwassen van de door de bestuurder onttrokken geldbedragen, door onvoldoende toezicht te houden. Er volgt vrijspraak ten aanzien van (gewoonte)witwassen wegens ontbreken van bewijs voor het opzet van de verdachte. Ten aanzien van schuldwitwassen oordeelt het hof dat de verdachte de op hem rustende zorgplicht als toezichthouder heeft geschonden en dat hem verweten kan worden dat hij gebrekkig toezicht heeft uitgeoefend. Die nalatigheid is echter onvoldoende om te komen tot het oordeel dat de verdachte redelijkerwijs moest vermoeden dat bij de in de gepubliceerde valse jaarrekeningen opgenomen geldbedragen sprake was van het verhullen van geldbedragen die afkomstig waren uit enig misdrijf. Onvoldoende is komen vast te staan dat de signalen dat de medeverdachte bestuurder op grote schaal wederrechtelijk geld onttrok aan de Stichting de verdachte daadwerkelijk hebben bereikt. De verdachte wordt vrijgesproken.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie