Uitspraak
Rolnummer: 22-001193-19
Parketnummer: 10-134387-18
Datum uitspraak: 10 maart 2020
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 19 maart 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam],
geboren te [geboorteplaats] (Joegoslavië) op [geboortedag] 1987,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 10 maart 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 14 februari 2018 te Rotterdam, [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft mishandeld door meermalen, altans eenmaal (met kracht)
- te stompen en/of te slaan op/tegen het gezicht en/of op/tegen het lichaam van die [aangever 1] en/of
- te schoppen op/tegen het lichaam van die [aangever 1] en/of - met behulp van een metalen deurstopper, althans een voorwerp, te slaan op/tegen het gezicht, in elk geval op/tegen het lichaam, van die [aangever 1] en/of
- te duwen op/tegen het lichaam van die [aangever 2], waardoor die [aangever 2] met zijn rug en/of zijn vinger en/of zijn been, in elk geval zijn lichaam, tegen (een) hard(e) voorwerp(en) is aangekomen.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte van het ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal en het gelijkluidende standpunt van de verdediging.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. L.A. Pit, mr. C.G.M. van Rijnberk en mr. F.W. van Lottum, in bijzijn van de griffier mr. S. Hartog-Zamani.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 10 maart 2020.
Mrs. C.G.M. van Rijnberk, F.W. van Lottum en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.