Uitspraak
Rolnummer: 22-003788-19
Parketnummer: 09-098273-19
Datum uitspraak: 10 maart 2020
VERSTEK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 19 juli 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
[adres].
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat de niet ter terechtzitting in hoger beroep verschenen verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte heeft niet een schriftuur met grieven tegen het vonnis ingediend. Evenmin heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof ziet ambtshalve geen redenen voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep. Daarom zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. L.A. Pit, mr. C.G.M. van Rijnberk en mr. F.W. van Lottum, in bijzijn van de griffier mr. S. Hartog-Zamani.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 10 maart 2020.
Mrs. C.G.M. van Rijnberk, F.W. van Lottum en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.