U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Kort geding. Straat- en contactverbod tussen vrouwen. Spoedeisend belang.

Uitspraak



GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.265.289/01

Zaak- rolnummer rechtbank : C/10/575643 / KG ZA 19-533

Arrest van 28 januari 2020

Inzake

[Vrouw EEN] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante,

hierna te noemen: [Vrouw EEN] ,

advocaat: mr. H. Durdu te Rotterdam,

tegen

[Vrouw TWEE] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde,

hierna te noemen: [Vrouw TWEE] ,

advocaat: mr. A.F.M. den Hollander te Rotterdam.

Het verloop van het geding

[Vrouw EEN] is op 19 augustus 2019 in hoger beroep gekomen van het vonnis in kort geding van 22 juli 2019 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam, team familie, tussen partijen gewezen.

[Vrouw EEN] heeft in de appeldagvaarding twee grieven geformuleerd.

Bij memorie van antwoord heeft [Vrouw TWEE] verweer gevoerd.

Partijen hebben het hof geen nadere instructie gegeven noch hun procesdossier gefourneerd.

Het hof heeft vervolgens arrest bepaald en zal dit arrest wijzen op de volgende processtukken die zich bevinden in het griffiedossier, te weten:

- de appeldagvaarding;

- de dagvaarding eerste aanleg (zonder producties);

- memorie van antwoord.

De beoordeling van het hoger beroep

Enige feiten

1. [Vrouw TWEE] heeft geruime tijd een affectieve relatie gehad met de ex-partner van [Vrouw EEN] .

2. [Vrouw EEN] is in voorlopige hechtenis genomen op verdenking van het plegen van in ieder geval één strafbaar feit gericht tegen [Vrouw TWEE] .

3. De voorlopige hechtenis van [Vrouw EEN] was tot de bestreden beslissing van de voorzieningenrechter drie keer verlengd op grond van artikel 67 juncto 67a van het Wetboek van Strafvordering.

Eerste aanleg

4. [Vrouw TWEE] heeft verzocht om een contact- en straatverbod voor de duur van één jaar, waarbij [Vrouw EEN] op geen enkele wijze in contact met haar mag treden en zich niet binnen een straal van 300 meter van haar mag begeven, op straffe van lijfsdwang/gijzeling dan wel een dwangsom. Voorts heeft [Vrouw TWEE] gevorderd aan haar machtiging te verlenen om het vonnis zo nodig ten uitvoer te laten brengen met de sterke arm van politie en justitie en [Vrouw EEN] te veroordelen in de proceskosten.

5. In het bestreden vonnis heeft de voorzieningenrechter:

- [Vrouw EEN] verboden gedurende één jaar na betekening van het vonnis, in ieder geval na 1 augustus 2019 zich te begeven naar en/of zich te bevinden binnen een straal van 300 meter rond de woning van [Vrouw TWEE] aan de [adres] ;

- [Vrouw EEN] verboden gedurende één jaar na betekening van dit vonnis, in ieder geval na 1 augustus 2019 op enigerlei wijze in contact te treden met [Vrouw TWEE] .

Het vonnis is uitvoerbaar bij lijfsdwang verklaard, in die zin dat [Vrouw TWEE] gemachtigd wordt bij iedere overtreding van [Vrouw EEN] van de hiervoor vermelde verboden [Vrouw EEN] in gijzeling te doen stellen telkens voor de duur van twee dagen, met een maximum van veertien dagen.

Voorts is [Vrouw TWEE] machtiging verleend deze beschikking ten aanzien van de gegeven verboden te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van politie en justitie.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, de proceskosten zijn gecompenseerd en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Vorderingen hoger beroep

6. [Vrouw EEN] vordert dat het hof het bestreden vonnis vernietigt en, opnieuw rechtdoende, bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, alle vorderingen van [Vrouw TWEE] afwijst.

7. [Vrouw TWEE] voert verweer en vordert dat het hof het bestreden vonnis bekrachtigt, met veroordeling van [Vrouw EEN] in de kosten van het hoger beroep.

Het oordeel van het hof

Spoedeisend belang

8. [Vrouw EEN] betwist dat er sprake is van een spoedeisend belang. Anders dan de voorzieningenrechter heeft geoordeeld in rechtsoverweging 3.1 van het bestreden vonnis, kan er volgens [Vrouw EEN] niet meer worden gesproken over een kans dat zij op 1 augustus vrij komt en contact zou maken met [Vrouw TWEE] . Immers, de voorlopige hechtenis is op 1 augustus 2019 met 30 dagen verlengd. Tijdens de pro forma zitting is gesproken over schorsing onder strikte voorwaarden, waaronder een enkelband en een gedragsaanwijzing.

[Vrouw TWEE] heeft hiertegen verweer gevoerd.

9. Het hof is van oordeel dat er nog immer sprake is van een spoedeisend belang. Het spoedeisend belang van [Vrouw TWEE] is naar het oordeel van het hof daarin gelegen dat er een contact- en straatverbod voorhanden is op het moment dat de voorlopige hechtenis van [Vrouw EEN] geschorst zou worden, nu niet met zekerheid te stellen is dat aan die schorsing de door [Vrouw EEN] gestelde strikte voorwaarden zullen worden verbonden die de persoonlijke levenssfeer van [Vrouw TWEE] (en zo zij stelt haar kinderen) kunnen beschermen. Het hof neemt ook in aanmerking de aard van het misdrijf/de misdrijven waarvan [Vrouw EEN] verdacht wordt. Gelet op het feit dat de voorlopige hechtenis in ieder geval inmiddels – zo blijkt uit de appeldagvaarding – vier maal is verlengd, gaat het ingevolge artikel 67 Wetboek van Strafvordering in ieder geval om verdenking van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en uit feiten of omstandigheden (nog steeds) van ernstige bezwaren tegen de verdachte blijkt. Het hof merkt op dat bij een schorsing van de voorlopige hechtenis de strafrechter overigens rekening kan houden met duur en omvang van een reeds op dat moment aan [Vrouw EEN] opgelegd contact- en straatverbod.

Het contact- en straatverbod

10. [Vrouw EEN] stelt dat het aan haar opgelegde contact- en straatverbod een buitenproportionele inbreuk op haar privéleven inhoudt aangezien zij na een eventuele beëindiging van haar voorlopige hechtenis haar woning niet zou kunnen betreden die binnen een straal van 300 meter van de woning van [Vrouw TWEE] ligt. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [Vrouw TWEE] van deze stelling gaat het hof aan die stelling van [Vrouw EEN] voorbij. [Vrouw TWEE] heeft als bijlage 1 bij haar memorie van antwoord een kaartje van Google Maps overgelegd, met daarop de adressen van beide partijen en een kring die, zo begrijpt het hof, de 300 metergrens moet voorstellen. De woning van [Vrouw EEN] ligt buiten deze cirkel. Het hof merkt op dat [Vrouw TWEE] in de dagvaarding in eerste aanleg ook al aangeeft dat de woning van [Vrouw EEN] 500 meter verwijderd is van haar woning, blijkbaar ook met toevoeging van een kaartje van Google Maps. Voorts geeft [Vrouw TWEE] in haar memorie van antwoord aan verzocht te hebben om een straatverbod met een straal van 300 meter juist omdat de woning van [Vrouw EEN] buiten dat bereik ligt.

11. [Vrouw EEN] heeft het verbod voorts slechts, zo begrijpt het hof, betwist door te stellen dat [Vrouw TWEE] geen belang heeft bij haar vorderingen, omdat de voorlopige hechtenis niet zonder bijzondere voorwaarden zal worden geschorst. Tot deze voorwaarden behoort ook een gedragsaanwijzing, die feitelijk neerkomt op een straat- en contactverbod. Het hof gaat hieraan, onder verwijzing naar rechtsoverweging 9, voorbij. Dat [Vrouw EEN] stelt geen behoefte te hebben om met [Vrouw TWEE] in contact te komen doet aan een en ander niet af.

Bewijsaanbod

12. Het hof gaat voorbij aan het bewijsaanbod van [Vrouw EEN] . Nog daargelaten dat een procedure in kort geding zich reeds in het algemeen niet leent voor het toestaan van een bewijsaanbod, betreft het een algemeen geformuleerd bewijsaanbod en had [Vrouw EEN] in ieder geval de door haar genoemde schriftelijke bescheiden direct bij haar appeldagvaarding in het geding kunnen brengen.

Proceskosten

13. Het hof ziet aanleiding om [Vrouw EEN] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te veroordelen.

14. Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het hof:

bekrachtigt het bestreden vonnis van 22 juli 2019 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam tussen de partijen gewezen;

veroordeelt de vrouw in de kosten van deze procedure, tot aan de uitspraak begroot op € 1.398,-en als volgt gespecificeerd:

- € 324,- griffierecht;

- € 1.074,- salaris advocaat.

Dit arrest is gewezen door mrs. A.N. Labohm, P.B. Kamminga en A.H.N. Stollenwerck en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 januari 2020 in aanwezigheid van de griffier.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature