Belanghebbende heeft over de jaren 2012 tot en met 2015 suppletieaangiften voor de heffing van omzetbelasting ingediend die zijn gevolgd door naheffingsaanslagen. De naheffingsaanslagen hebben gedeeltelijk betrekking op bedragen die belanghebbende via het BTW-compensatiefonds (BCF) had moeten terugvragen, maar die zij, bij nader inzien ten onrechte, in haar aangiften voor de heffing van omzetbelasting heeft verwerkt. Na een aanvullende opgave voor de vaststelling van de vergoeding uit het BCF zijn deze bedragen alsnog verwerkt.
In hoger beroep is in geschil, in essentie gelijk aan het geschil zoals het heeft voorgelegen bij de Rechtbank, of aan belanghebbende terecht over de jaren 2012 tot en met 2015 belastingrente is berekend en terecht over de jaren 2013 en 2014 boetes zijn opgelegd. De Inspecteur heeft in hoger beroep, bij wijze van door hem bij belanghebbende aanwezig geachte straf verminderende omstandigheden, uiteindelijk het standpunt ingenomen dat de boetes worden verminderd tot elk € 1.000.