E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHDHA:2020:1681
Gerechtshof Den Haag, BK-19/00528

Inhoudsindicatie:

Wegens de afkoop in 2015 van een in 1989 afgesloten lijfrenteverzekering is aan belanghebbende revisierente in rekening gebracht. Belanghebbende heeft zich bij de beslissing tot afkoop van de lijfrenteverzekering laten leiden door de informatie die is weergegeven op de website van de Belastingdienst. In geschil of door deze infor-matie bij belanghebbende het in rechte te honoreren vertrouwen is gewekt dat hem geen revisierente in rekening zou worden gebracht. Het Hof oordeelt dat dit het geval is. Belanghebbende had de onjuistheid van zijn - begrijpelijke - lezing van de informatie op de website van de Belastingdienst niet redelijkerwijs kunnen en moe-ten beseffen. Daaraan doet niet af dat hij tevens een verzekeringstussenpersoon heeft geraadpleegd. Wat betreft de vraag of de revisierente “daarenboven geleden schade’ is in de zin van het arrest HR 26 september 1979, nr. 19 250, BNB 1979/311, stelt het Hof drie verschillende interpretaties van die term naast elkaar en kiest vervolgens voor één daarvan. Op grond daarvan moet de in rekening gebrachte revisierente in dit geval worden aangemerkt als ‘daarenboven geleden schade’ in zo-even bedoelde zin.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie