Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

De verdachte heeft als bestuurder van een auto zeer onvoorzichtig en onoplettend gereden als gevolg waarvan een ongeval is veroorzaakt waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen.

Het hof veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis. Voorts ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 8 maanden.

Uitspraak



Rolnummer: 22-000640-19

Parketnummer: 09-797398-16

Datum uitspraak: 21 mei 2019

TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 6 december 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortejaar] 1986 te [geboorteplaats],

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en - na terugwijzing van de zaak door de Hoge Raad der Nederlanden - het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 7 mei 2019.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis, alsmede tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Tevens is een beslissing genomen op de vordering van de benadeelde partij, een en ander zoals vermeld in het vonnis waarvan beroep.

Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Dit gerechtshof heeft – in een andere samenstelling – bij arrest van 23 maart 2018 de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.

Namens de verdachte is tegen het arrest beroep in cassatie ingesteld.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 5 februari 2019 het arrest van het hof vernietigd en de zaak teruggewezen naar dit gerechtshof, opdat de zaak op het bestaande beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 24 maart 2016 te 's-Gravenhage als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (auto), daarmede rijdende over de weg, de Erasmusweg zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, als volgt te handelen: hij, verdachte aldaar,

- niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen en/of onvoldoende aandacht heeft gehad voor het verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of (vervolgens)

- heeft gereden met een snelheid van ongeveer 60 kilometer per uur, althans met een hogere snelheid dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 50 km/u en/of (vervolgens)

- heeft gereden met een gelet op de verkeersveiligheid ter plaatse te hoge snelheid en/of (vervolgens)

- met die (te) hoge snelheid de kruising van de Erasmusweg met de Betje Wolffstraat is genaderd en/of opgereden en (daarbij) een voor zijn rijrichting bestemd rood licht uitstralend verkeerslicht heeft genegeerd en/of (vervolgens)

- zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij zijn motorrijtuig tijdig tot stilstand kon brengen

tengevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig in botsing is gekomen met een zich op die kruising bevindende auto, waardoor een ander te weten de bestuurder van een auto (genaamd [benadeelde partij]) zwaar lichamelijk letsel, te weten een polsfractuur, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;

subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 24 maart 2016 te 's-Gravenhage als bestuurder van een voertuig (auto), daarmee rijdende op de weg, Erasmusweg, als volgt heeft gehandeld: hij, verdachte aldaar,

- niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen en/of onvoldoende aandacht heeft gehad voor het verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of (vervolgens)

- heeft gereden met een snelheid van ongeveer 60 kilometer per uur, althans met een hogere snelheid dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 50 km/u en/of (vervolgens)

- heeft gereden met een gelet op de verkeersveiligheid ter plaatse te hoge snelheid en/of (vervolgens)

- met die (te) hoge snelheid de kruising van de Erasmusweg met de Betje Wolffstraat is genaderd en/of opgereden en (daarbij) een voor zijn rijrichting bestemd rood licht uitstralend verkeerslicht heeft genegeerd en/of (vervolgens)

- zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij zijn motorrijtuig tijdig tot stilstand kon brengen

tengevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig in botsing is gekomen met een zich op die kruising bevindende auto, waardoor een ander te weten de bestuurder van een auto (genaamd [benadeelde partij]) letsel heeft bekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.

Vordering advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.

Het vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot beslissingen dan die van de eerste rechter, behalve ten aanzien van de oplegging van de straffen en de motivering daarvan.

In dit opzicht zal het hof het vonnis waarvan beroep vernietigen. Voor het overige verenigt het hof zich met de gronden en beslissingen in het vonnis, met dien verstande dat het hof in de aan de bewijsbeslissing ten grondslag gelegde beschouwingen de hierna te vermelden aanvulling aanbrengt.

Overweging ten aanzien van het bewijs

Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van zwaar lichamelijk letsel, kunnen als algemene gezichtspunten in elk geval worden aangemerkt de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en de aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel. De beoordeling kan ook op een combinatie van deze gezichtspunten worden gebaseerd (Vergelijk HR 3 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1051).

Gelet op de aard van het letsel bij [benadeelde partij], waaronder een fractuur van de pols met als gevolg een standsafwijking van de linker pols en een blijvende, zichtbare en voelbare verdikking van de pols, is het hof van oordeel dat het letsel dient te worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 82 van het Wetboek van Strafrecht.

Het vonnis waarvan beroep dient derhalve - behoudens voor zover het wordt vernietigd - onder aanvulling van gronden te worden bevestigd.

Strafmotivering

Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.

De verdachte heeft als bestuurder van een auto zeer onvoorzichtig en onoplettend gereden als gevolg waarvan een ongeval is veroorzaakt waarbij het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen. De verdachte heeft op de Erasmusweg in Den Haag met een hogere snelheid dan de aldaar geldende maximumsnelheid gereden. De verdachte heeft op deze tweebaansweg een voorganger die afremde of reeds gestopt was voor een rood verkeerslicht ingehaald en is vervolgens op een kruising door een rood verkeerslicht gereden, als gevolg waarvan hij een frontale botsing heeft veroorzaakt met een andere op de kruising afslaande auto. Door het ongeval heeft de bestuurster van deze auto zwaar lichamelijk letsel bekomen.

Het hof heeft bij het bepalen van de straf acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 18 april 2019, waaruit blijkt dat de verdachte in het verleden onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van andersoortige verkeersfeiten.

Het hof acht gezien de ernst van het feit het opleggen van een taakstraf zoals gevorderd passend en geboden. Daarnaast is naar het oordeel van het hof een ontzegging van de rijbevoegdheid op zijn plaats. Door en namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep verzocht om, anders dan in eerste aanleg, af te zien van de oplegging van een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor langere duur. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte in de autohandel werkzaam is en het voor zijn onderneming van groot belang is dat hij zijn rijbevoegdheid behoudt, met name om de handelsvoorraad te kunnen blijven aanvullen. Het hof ziet in de ernst van het feit en de omstandigheid dat het voor de verdachte geenszins de eerste keer is dat hij in aanraking komt met politie en justitie in verband met verkeersdelicten, geen aanleiding dit verzoek te honoreren. Wel zal het hof de op te leggen duur van de ontzegging van de rijbevoegdheid enigszins matigen, nu sprake is van enig tijdverloop. Gelet op de omstandigheid dat de verdachte na het plegen van het onderhavige feit niet opnieuw met politie en justitie in aanraking is gekomen ziet het hof geen aanleiding de ontzegging van de rijbevoegdheid deels voorwaardelijk op te leggen.

Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur alsmede een geheel onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte ten laste gelegde, tot een bedrag van € 3.282,88.

De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd. Daarbij heeft de benadeelde partij de vordering voor wat betreft de gevorderde schade verlaagd tot nihil, nu de verzekeraar de geleden schade zou hebben vergoed.

Gelet op het voorgaande is het hof, evenals de advocaat-generaal en de raadsvrouw, van oordeel dat de benadeelde partij thans niet in de vordering kan worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994 , zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:

vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de straffen en doet in zoverre opnieuw recht.

veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 80 (tachtig) dagen hechtenis;

ontzegt de verdachte ter zake van het primair bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 8 (acht) maanden;

vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]

verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;

bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen;

bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.

Dit arrest is gewezen door mr. Chr.A. Baardman, mr. R.J. de Bruijn en mr. J.W. van den Hurk, in bijzijn van de griffier mr. S.J. de Vries.

Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 mei 2019.

mr. J.W. van den Hurk is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature