U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

De verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan de voorbereiding van een gewapende woningoverval en een poging tot een woningoverval. Voorts heeft de verdachte, samen met anderen, drie alarmpistolen en munitie voorhanden gehad.

Het hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 23 voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van voorarrest.

Daarnaast veroordeelt het hof de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.

Uitspraak



Rolnummer: 22-003020-16

Parketnummer: 09-807634-14

Datum uitspraak: 14 februari 2017

TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Den Haag van 23 juni 2016 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1994,

[adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van

31 januari 2017.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, behalve ten aanzien van de opgelegde straf, en dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van voorarrest.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts is ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen beslist zoals nader in het vonnis waarvan beroep omschreven.

Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1:hij op of omstreeks 26 februari 2014 te Wateringen, gemeente Westland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten:

een diefstal met geweld in vereniging en/of een afpersing in vereniging (namelijk de overval in/uit een woning gelegen aan de [adres] te Wateringen en/of inbraak in/uit die woning vergezeld met en/of gevolgd door geweld)

en/of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld,

opzettelijk:

- een paraplu en/of

- 2 alarmpistolen en/of 1 alarmstartpistool en/of

- bivakmutsen en/of

- een zwarte muts en/of

- meerdere (aan elkaar gemaakte) tiewraps en/of

- 2 rollen duct-tape en/of

- een plattegrond van een woning en/of foto's van de deur van een woning (gelegen aan de [adres] Wateringen),

kennelijk bestemd tot het (in vereniging) begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;

2:hij op of omstreeks 26 februari 2014 te Wateringen, gemeente Westland, en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging en/of alleen drie, althans een of meer vuurwapens van categorie III, te weten:

- een alarmpistool merk Kimar, model Lady, 8 mm en/of

- een alarmpistool merk Bruni, model 85, 8 mm en/of

- een alarmpistool merk Bruni, model GAP, 8 mm

en/of munitie van categorie III, te weten meerdere of een knalpatr(o)on(en) merk GFL 8mm,

voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben gedragen.

3:hij op of omstreeks 28 januari 2014 te Wateringen, gemeente Westland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of aalleen,

met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan familie [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij] (en/of andere gezinsleden/bewoners van de woning aan de [adres] te Wateringen),

te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of (een) aan andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s) en/of alleen

– voorzien van een of meer (bivak)mutsen en/of tiewraps en/of duct tape en/of een mes en/of handschoenen en/of een paraplu naar die woning aan de [adres] zijn toegereden en/of (vervolgens)

- ( terwijl van hem verdachte/een van zijn mededader(s) het hoofd en/of gezicht deels was afgeschermd middels die paraplu) bij die woning heeft aangebeld (teneinde (een van) de bewoners te bewegen de deur van die woning open te doen) en/of

- door de intercom een van die bewoners naar diens vader te vragen en/of

- zich in de buurt van die deur/woning heeft opgehouden teneinde (snel) binnen te kunnen dringen en/of bijstand te kunnen verlenen in die woning zodra daartoe de gelegenheid zich zou voordoen,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof is van oordeel, dat de eerste rechter op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist, zodat het vonnis, waarvan beroep, met overneming van gronden behoort te worden bevestigd, behalve voor wat betreft de opgelegde gevangenisstraf en de motivering daarvan.

Het vonnis moet op die onderdelen worden vernietigd en in zoverre moet opnieuw worden rechtgedaan.

Strafmotivering

Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.

Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft zich op de bewezen verklaarde wijze, samen met anderen, schuldig gemaakt aan de voorbereiding van een gewapende woningoverval en een poging tot een woningoverval. Een (gewapende) woningoverval is een zeer ernstig misdrijf dat vergaande psychische gevolgen voor de slachtoffers ten gevolge kan hebben. Daarnaast brengen zij in de regel ook bij burgers gevoelens van angst en onveiligheid teweeg. De verdachte heeft zich kennelijk louter laten leiden door financieel gewin, zonder er bij stil te staan dat slachtoffers nog geruime tijd kunnen lijden onder de psychische en lichamelijke gevolgen van hetgeen hun is aangedaan. Het hof rekent dit de verdachte zwaar aan. De omstandigheid dat de feiten niet zijn voltooid, doet niet af aan het ernstige karakter van het handelen van de verdachte en zijn mededaders, mede nu hun voornemen ter kennis van de slachtoffers is gekomen.

Voorts heeft de verdachte, samen met anderen, drie alarmpistolen en munitie voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van dergelijke wapens moet vanwege de dreiging en het gevaar die van het bezit van zulke wapens uitgaan, worden bestreden.

Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel een passende en geboden reactie vormt.

Het hof ziet in de onderhavige zaak echter aanleiding af te wijken van de eis van de advocaat-generaal, omdat het hof in het voordeel van de verdachte rekening houdt met de jeugdige leeftijd van de verdachte ten tijde van het plegen van de onderhavige feiten, met de tijd die sinds de pleegdatum van de ten laste gelegde feiten is verlopen en met het gegeven dat de verdachte sinds de onderhavige feiten niet meer in aanraking is gekomen met politie en justitie. Het hof heeft tevens acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 17 januari 2017, waaruit blijkt dat de verdachte nooit eerder een strafbaar feit heeft gepleegd.

Voorts houdt het hof rekening met de persoonlijke omstandigheden zoals door de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep naar voren zijn gebracht en met het feit dat de verdachte ter terechtzitting spijt heeft betuigd. De verdachte heeft zijn kappersopleiding afgerond en heeft uitzicht op een vast contract. Het hof is van oordeel dat een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf deze positieve ontwikkeling zal doorkruisen.

Gelet op het voorgaande en alles afwegende acht het hof het passend om de gevangenisstraf voor een aanzienlijk deel voorwaardelijk op te leggen. Naar het oordeel van het hof zal dit voor verdachte een flinke stok achter de deur zijn. Daarnaast zal het hof een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur opleggen. Het hof is van oordeel dat deze combinatie van straffen een passende en geboden reactie vormt.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 45, 46, 47, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie , zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:

Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf en de motivering daarvan en doet in zoverre opnieuw recht.

Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.

Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 23 (drieëntwintig) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.

Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.

Dit arrest is gewezen door mr. M.L.C.C. Lückers,

mr. R.C. Langeler en mr. TH.P.L. Bot, in bijzijn van de griffier mr. A.F. Verbunt.

Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 14 februari 2017.

Mr. R.C. Langeler is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature