Het hof spreekt de verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde feit, namelijk opzettelijk in strijd met waarheid aangifte doen.
Het hof bepaalt de op te leggen straf ter zake het onder 1, 3 en 4 bewezen verklaarde op een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.