Uitspraak
ISD P09/0321
Beslissing d.d. 15 december 2009
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
betrokkene
geboren in 25 mei 1957,
verblijvende in PI Rijnmond - Stadsgevangenis Rotterdam.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Dordrecht van 6 augustus 2009, inhoudende de last tot voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders.
Het hof heeft ter terechtzitting van 15 december 2009 gehoord:
- De betrokkene die heeft verklaard:
De ISD-maatregel was op 13 december 2009 afgelopen. Ik weet niet waarom ik nog vastzit.
- De advocaat-generaal, die heeft overgelegd een uitdraai van de registratiekaart van betrokkene en die heeft aangevoerd:
De tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel is gestart op 14 december 2007. De maatregel is dus beëindigd op 13 december 2009. Dat blijkt ook uit de registratiekaart van betrokkene. Betrokkene zit vast in verband met openstaande schadevergoedingsmaatregelen. Betrokkene heeft geen belang meer bij het hoger beroep en dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.
- De raadsvrouw van betrokkene, die heeft aangevoerd:
Cliënt heeft op tijd hoger beroep ingesteld. Hij heeft er belang bij dat de juistheid van de beslissing van de rechtbank getoetst wordt.
Overwegingen:
Het hof dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders noodzakelijk is.
Gelet op de omstandigheid dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel op 14 december 2007 is ingegaan en derhalve, nu zich niet een geval voordoet als bedoeld in artikel 38t van het Wetboek van Strafrecht, van rechtswege is be ëindigd op 13 december 2009, heeft betrokkene geen belang meer bij de behandeling van het hoger beroep.
Daarom zal betrokkene niet-ontvankelijk worden verklaard in dat hoger beroep.
Beslissing
Het hof:
Verklaart betrokkene niet-ontvankelijk in het door hem ingestelde hoger beroep.
Aldus gedaan door
mr H.G.W. Stikkelbroeck als voorzitter,
mr G. Mintjes en mr E. van der Herberg als raadsheren,
en drs. J. Boon en dr. D. Raes als raden,
in tegenwoordigheid van mw M.C.L. Roelofs als griffier,
en op 15 december 2009 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.