Verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan een gewelddadige overval op een woning. Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat de rol die verdachte zichzelf toedicht, moet worden gekwalificeerd als die van medepleger. Het verweer dat het opzet van verdachte niet zou zijn gericht op het gebruik van geweld wordt verworpen. Van overschrijding van de redelijke termijn, zoals door de verdediging is betoogd, is naar het oordeel van het hof geen sprake. Het hof veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar en zes maanden met aftrek.