Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer
: Wahv 200.323.662/01
CJIB-nummer
: 241820913
Uitspraak d.d.
: 22 april 2024
Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland van 13 januari 2023, betreffende
[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),
wonende te [woonplaats] .
De gemachtigde van de betrokkene is mr. C.M.J.E.P. Meerts, kantoorhoudende te Beegden.
De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard en het verzoek om een proceskostenvergoeding afgewezen.
Het verloop van de procedure
De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
De beoordeling
1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 249,- voor:
“19 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom terwijl 30 km per uur is toegestaan (verkeersbord A1)”. Deze gedraging zou zijn verricht op 10 juni 2021 om 10:52 uur op de Gelderse Rooslaan in Arnhem met het voertuig met het kenteken [kenteken] .
2. De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat de betrokkene op de door haar afgelegde route het bord A1 “30” niet is gepasseerd. De betrokkene is op de Gelderse Rooslaan rechts afgeslagen bij het woonwagenkamp en is daar met haar Amphicar (een auto die ook kan varen) het water ingegaan. Vervolgens is zij op de Zonnedauwweg het water weer uitgekomen en is zij vanaf daar de Gelderse Rooslaan weer opgereden. Nu de betrokkene het bord A1 “30” niet is gepasseerd, is de gedraging niet verricht dan wel kan deze haar niet worden verweten.
3. Een daartoe aangewezen ambtenaar kan op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wahv een administratieve sanctie opleggen voor een gedraging die door deze ambtenaar zelf of op geautomatiseerde wijze is vastgesteld. Dat de gedraging is verricht, moet voldoende blijken uit de beschikbare gegevens. Of van de juistheid van deze gegevens kan worden uitgegaan, is ervan afhankelijk of de betrokkene argumenten heeft aangevoerd die leiden tot twijfel aan de juistheid van (delen van) die gegevens dan wel het dossier daar aanleiding toe geeft.
4. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. In dit zaakoverzicht staat dat met behulp van een voor de meting geteste, goedgekeurde en op de voorgeschreven wijze gebruikte snelheidsmeter is geconstateerd dat met het voertuig met voormeld kenteken (een personenauto van het merk Amphicar) op voormelde datum, tijd en plaats met een gecorrigeerde snelheid van 49 km/h is gereden, terwijl de maximum snelheid aldaar 30 km/h bedraagt.
5. De ambtenaar die de sanctie heeft opgelegd was zelf ter plaatse. In zo’n geval mag in het algemeen worden aangenomen dat de ambtenaar voorafgaand aan de snelheidscontrole de aanwezigheid en zichtbaarheid van de relevante bebording heeft vastgesteld. Dat hiervan in dit geval niet kan worden uitgegaan, is niet gesteld of aannemelijk gemaakt (vlg. het arrest van het hof van 8 mei 2023, vindplaats op rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2023:3819). Voor zover de betrokkene deze bebording heeft gemist, omdat zij een gedeelte van haar route via het water heeft afgelegd, betreft dit een omstandigheid waarvan de gevolgen voor haar risico dienen te komen. Aldus kan worden vastgesteld dat de gedraging is verricht en dat daarvoor terecht een sanctie is opgelegd.
6. Het voorgaande brengt mee dat de beslissing van de kantonrechter zal worden bevestigd. Voor het toekennen van een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.
De beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter;
wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Starreveld als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.