Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaats:

Inhoudsindicatie:

Artikel 2 EVEX Nederlandse rechter bevoegd. Weens Koopverdrag van toepassing, aangevuld met Nederlands recht. Een partij die geen partij is bij een overeenkomst kan geen vordering tot ontbinding van die overeenkomst instellen, ook niet als vorderingen uit hoofde van die koopovereenkomst aan haar zijn gecedeerd. Zij is daarmee geen partij bij die overeenkomst geworden.

Uitspraak



GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden, afdeling civiel

zaaknummer gerechtshof 200.312.097/01

zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 204959

arrest van 14 februari 2023

in de zaak van

Naturparkkäserei Diemtigtal AG,

die is gevestigd in Diemtigen (Zwitserland),

die hoger beroep heeft ingesteld,

en bij de rechtbank optrad als eiseres,

hierna: Diemtigtal,

advocaat: mr. J.H.M. Spanjaard, die kantoor houdt in Aalsmeer,

tegen

Lamico B.V.,

die is gevestigd in Winschoten,

en bij de rechtbank optrad als gedaagde,

hierna: Lamico,

advocaat: mr. W.E. van Engelenhoven, die kantoor houdt in Ede.

1 Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.

Naar aanleiding van het arrest van 11 oktober 2022 heeft op 20 januari 2023 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd (het proces-verbaal). Hierna hebben partijen het hof gevraagd arrest te wijzen.

2 De kern van de zaak

2.1.

Diemtigtal heeft van Lamico kaasplanken geleverd gekregen die gebruikt zouden worden in haar Zwitserse kaasmakerij. Diemtigtal stelt dat de planken na het doorlopen van het wasproces uit elkaar vallen en vordert in hoger beroep ontbinding van de koopovereenkomst met Lamico en schadevergoeding. Weliswaar is deze koopovereenkomst aangegaan door Raiffeisen Leasing als (vervangende) koper, maar volgens Diemtigtal kan zij in dit geval toch ontbinding daarvan vorderen, omdat zij alle vorderingen jegens Lamico van Raiffeisen gecedeerd heeft gekregen.

2.2.

Diemtigtal heeft bij de rechtbank gevorderd dat Lamico wordt veroordeeld tot vergoeding van de schade die zij heeft geleden doordat Lamico aan haar non-conforme kaasplanken heeft geleverd. Diemtigtal begroot deze schade op CHF 132.862,59 (Zwitserse frank) en vordert verder rente en proceskosten.

2.3.

De rechtbank heeft de vorderingen van Diemtigtal afgewezen. De rechtbank overwoog daartoe dat Raiffeisen door het sluiten van een vervangende koopovereenkomst de koper van de kaasplanken is, maar zich van haar kant in het geheel niet op non-conformiteit van de kaasplanken heeft beroepen jegens Lamico. Een eventuele vordering uit dien hoofde heeft zij daarom ook niet aan Diemtigtal kunnen overdragen. De bedoeling van Diemtigtal met het hoger beroep is dat de afgewezen vorderingen alsnog worden toegewezen en dat de koopovereenkomst voor de kaasplanken wordt ontbonden.

3 De feiten

3.1.

Diemtigtal voert een onderneming in Zwitserland die zich bezighoudt met het vervaardigen en rijpen van kaas in Zwitserland.

3.2.

Lamico is een lijmhoutproducent. Zij levert de producten die zij vervaardigt onder meer aan de kaasindustrie.

3.3.

Diemtigtal heeft ten behoeve van een door haar nieuw te bouwen kaasmakerij - na voorafgaande besprekingen en een proeflevering - bij mondelinge overeenkomst van 30 april 2019 ruim 4.600 kaasplanken bij Lamico besteld. Lamico heeft de overeenkomst in een brief van 13 mei 2019 aan Diemtigtal bevestigd.

3.4.

Op verzoek van Diemtigtal heeft Lamico op 5 juni 2019 een tweede - vervangende - koopovereenkomst gesloten met Raiffeisen Schweiz Genossenschaft Raiffeisen Leasing (hierna: Raiffeisen Leasing). In deze overeenkomst is onder meer het volgende vermeld:

“Kaufvertrag zwischen Raiffeisen Schweiz Genossenschaft als Käufer und dem Lieferanten als Verkäufer

Leasingnehmer Lieferant

Naturparkkäserei Diemtigtal AG Lamico B.V. (…)

Leasingobject

Ca 4672 Stck Käsebretter, gemäss Bestellung vom 13.05.2019

Kaufpreis

EUR 74’752.00

(…)

Dieser Kaufvertrag ersetzt einen eventuell bestehendes Kaufvertrag zwischen dem Leasingnehmer und dem Lieferanten (…)”

3.5.

Diemtigtal heeft in juli 2019, onder de koopovereenkomst tussen Lamico en Raiffeisen Leasing, een bestelling van ongeveer 50 testkaasplanken geplaatst. Lamico heeft vervolgens in augustus 2019 54 testplanken aan Diemtigtal geleverd. Raiffeisen Leasing heeft de daarop ziende factuur d.d. 20 augustus 2019 voldaan.

3.6.

Diemtigtal heeft vervolgens, eveneens onder de koopovereenkomst tussen Lamico en Raiffeisen Leasing, 4812 kaasplanken bij Lamico besteld. Deze kaasplanken zijn in oktober 2019 gefaseerd door Lamico geleverd en aan Raiffeisen Leasing gefactureerd, onder verwijzing naar het nummer van de door Lamico met Raiffeisen Leasing gesloten koopovereenkomst. De facturen zijn door Raiffeisen Leasing betaald.

3.7.

Diemtigtal heeft de kaasplanken vanaf 9 januari 2020 in gebruik genomen. Al vrij snel constateerde Diemtigtal dat de kaasplanken na het doorlopen van het wasproces uit elkaar vielen. Zij heeft Lamico hierover op 17 januari 2020 via WhatsApp geïnformeerd. Lamico heeft de kaasplanken vervolgens op 23 januari 2020 in de kaasmakerij van Diemtigtal bekeken en beoordeeld.

3.8.

Na raadpleging van twee deskundigen, de heer [naam1] van de Universiteit Hamburg en de heer [naam2] van Ingenieursbureau [naam2] B.V., heeft Lamico zich op het standpunt gesteld dat het door Diemtigtal gehanteerde wasproces en het gebruikte reinigingsmiddel hebben geleid tot de schade aan de planken.

3.9.

De advocaat van Diemtigtal heeft Lamico in een brief van 3 september 2020 aansprakelijk gesteld voor de schade.

3.10.

De door Diemtigtal ingeschakelde deskundige van de Berner Fachhochschule heeft in zijn rapport van 16 december 2020 geconcludeerd dat de door Lamico geleverde kaasplanken ondeugdelijk zijn als gevolg van een te hoog gehalte pershout en het gebruik van een te hoge druk bij de verkleving.

3.11.

Raiffeisen Leasing en Diemtigtal zijn in een akte van cessie van 19 oktober 2021 onder meer het volgende overeengekomen:

“1. (…) Diemtigtal (…) (nachstehend: Käuferin)

und

2. Raiffeisen (…) (nachstehend: Verkäuferin) (…)

Schliessen einen Abtretungsvertrag (Forderungskauf) betreffend Forderungen aus dem Kaufvertrag (…) zwischen der Lamico B.V. (…) und Raiffeisen (…) vom 27.05 und 05.06.2019 über ca. 4.672 Käsebretter zu einem Preis von EUR 74’752.00 (…) und vereinbaren folgendes:

(…)

1.1.

Die Verkäuferin hat eine Forderung gegen Lamico B.V. auf Grund der Lieferung der mangelhaften Produkte aus dem Kaufvertrag.

1.2.

Die Käuferin nutzt die mangelhaften Produkte als Leasingnehmerin (…)

1.3.

Die Käuferin möchte die Forderung von der Verkäuferin übernehmen.

(…)

2.1.

Die Käuferin erwirbt von der Verkäuferin die Forderungen gegen Lamico B.V. aus dem Kaufvertrag

(…)

3.1. (…)

Sämtliche Verpflichtungen aus dem Leasingvertrag bleiben von vorliegendem Abtretungsvertrag unberührt und die Käuferin ist zur underänderten Zahlung der Leasingraten samt Zinsen und allfälliger weiterer vertraglich vereinbarten Gebühren verpflichtet. (…)”

4 Het oordeel van het hof

Inleiding

4.1.

Het hof zal de bezwaren tegen het vonnis hierna bespreken. De beslissing zal zijn dat het vonnis in stand blijft.

De bevoegdheid van het hof en het toepasselijke recht

4.2.

Diemtigtal is in Zwitserland gevestigd en Lamico in Nederland. Daarom heeft deze zaak internationale aspecten die van betekenis zijn voor de bevoegdheid van het hof om van de vorderingen kennis te nemen. Artikel 2 van het EVEX geeft in dit geval de hoofdregel van internationale bevoegdheid en houdt in dat de rechter van de woonplaats van de gedaagde partij bevoegd is. Omdat Lamico in Nederland is gevestigd, acht het hof zich bevoegd van het geschil tussen partijen kennis te nemen.

4.3.

Ten aanzien van het toepasselijke recht overweegt het hof het volgende. Het draait in deze procedure om de koopovereenkomst van 5 juni 2019. Dit betreft een koopovereenkomst met betrekking tot roerende zaken, gesloten tussen contractspartijen die zijn gevestigd in staten die zich beide hebben gebonden aan het Weens Koopverdrag (WKV) , zodat het WKV in dit geval van toepassing is op de koopovereenkomst. Dat geldt ook in de verhouding tussen Diemtigtal en Lamico, omdat Diemtigtal in hoger beroep de stelling inneemt dat zij gerechtigd is de ontbinding van de koopovereenkomst te vorderen omdat zij alle vorderingsrechten jegens Lamico van Raiffeisen Leasing heeft overgenomen.

4.4.

Voor onderwerpen die niet door het WKV worden geregeld, volgt het toepasselijke recht uit de regels van Rome I (artikel 7 lid 2 van het WKV). Op grond van artikel 4 Rome I geldt in dit geval als hoofdregel dat het Nederlands recht op de overeenkomst van toepassing is, omdat het gaat om de verkoop van roerende zaken en Lamico als de verkopende partij in Nederland gevestigd is.

De gevorderde ontbinding en schadevergoeding

4.5.

Diemtigtal vordert in hoger beroep de ontbinding van de koopovereenkomst van 5 juni 2019. Zij stelt dat zij daartoe gerechtigd is, omdat zij op 19 oktober 2021 alle vorderingsrechten jegens Lamico heeft overgenomen van Raiffeisen Leasing. Daartoe behoort volgens Diemtigtal ook de vordering van Raiffeisen Leasing op Lamico die verband houdt met de levering van non-conforme kaasplanken. Diemtigtal stelt dat zij tijdig heeft geklaagd over de gebrekkige planken en dat zij Lamico ook in gebreke heeft gesteld. Deze mededelingen moeten volgens Diemtigtal aan Raiffeisen Leasing worden toegerekend, zodat het ervoor moet worden gehouden dat Raiffeisen Leasing zich op de non-conformiteit van de kaasplanken heeft beroepen en zij haar vordering uit dien hoofde dus heeft kunnen overdragen aan Diemtigtal.

4.6.

Het hof volgt Diemtigtal niet in haar betoog. Tussen partijen staat vast dat de oorspronkelijke koopovereenkomst tussen Diemtigtal en Lamico is vervangen door de koopovereenkomst van 5 juni 2019, waarbij Raiffeisen Leasing de kaasplanken van Lamico heeft gekocht. Diemtigtal is dus geen partij bij de koopovereenkomst. Lamico heeft zich er terecht op beroepen dat de vordering tot ontbinding van een wederkerige overeenkomst op grond van wanprestatie, alleen toekomt aan een partij die bij die overeenkomst partij is. Dat is Raiffeisen Leasing en niet Diemtigtal. Diemtigtal is, anders dan zij kennelijk beoogt te stellen, ook geen partij geworden bij de koopovereenkomst op grond van de door haar met Raiffeisen Leasing gesloten akte van cessie van 19 oktober 2021. Van contractoverneming in de zin van artikel 6:159 BW is - zo is tussen partijen niet in geschil - geen sprake. Diemtigtal is daarom niet gerechtigd de vordering tot ontbinding van de koopovereenkomst in te stellen. Van ontbinding en daarmee ongedaanmakingsverplichtingen over en weer en/of schadevergoeding als gevolg van de ontbinding kan dan ook geen sprake zijn.

4.7.

Voor zover Diemtigtal anders dan uit hoofde van de ontbinding van de koopovereenkomst aanspraak maakt op schadevergoeding als gevolg van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Lamico overweegt het hof het volgende. Uit de akte van cessie van 19 oktober 2021 blijkt dat een vordering van Raiffeisen Leasing op Lamico “auf Grund der Lieferung der mangelhaften Produkte aus dem Kaufvertrag” aan Diemtigtal is gecedeerd. Voor beantwoording van de vraag of Diemtigtal krachtens deze cessie een vordering op Lamico heeft verkregen uit hoofde van een toerekenbare tekortkoming, dient eerst vastgesteld te worden dat Raiffeisen Leasing een vordering uit dien hoofde op Lamico heeft. Indien dat niet het geval is, kan ook geen sprake zijn van een vordering die aan Diemtigtal is overgedragen. Het hof stelt (net als de rechtbank) vast dat in het geheel niet is gebleken dat Raiffeisen Leasing zich op enig moment op non-conformiteit van de kaasplanken heeft beroepen jegens Lamico. De correspondentie over de vermeend gebrekkige kaasplanken is uitsluitend via (de advocaten van) Diemtigtal verlopen. Daaruit kan niet worden afgeleid dat Raiffeisen Leasing als koper van de kaasplanken pretendeert een vordering op Lamico te hebben of dat Diemtigtal in dat kader mededelingen namens Raiffeisen Leasing heeft gedaan. Van toerekening van de mededelingen van Diemtigtal aan Raiffeisen Leasing kan dan ook geen sprake zijn. Omdat in deze procedure niet is gebleken dat Raiffeisen Leasing zich op enig moment heeft beroepen op de non-conformiteit van de kaasplanken jegens Lamico, staat het bestaan van een dergelijke vordering in deze procedure niet vast en kan er dus evenmin van worden uitgegaan dat een dergelijke vordering is overgedragen aan Diemtigtal. Ook in zoverre wordt de vordering van Diemtigtal dus afgewezen.

De conclusie

4.8.

Het hoger beroep slaagt niet. Omdat Diemtigtal in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof haar tot betaling van de proceskosten in hoger beroep veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten en de wettelijke rente daarover, zonder dat het hof deze kosten in het dictum hoeft te specificeren gelet op de uitspraak van de Hoge Raad in ECLI:NL:HR:2022:853.

5 De beslissing

Het hof:

5.1.

bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 26 januari 2022;

5.2.

veroordeelt Diemtigtal tot betaling van de volgende proceskosten van Lamico: € 5.689,- aan griffierecht; € 6.962,- aan salaris van de advocaat van Lamico (twee procespunten x appeltarief V), te vermeerderen met nakosten;

5.3.

wijst af wat verder is gevorderd.

Dit arrest is gewezen door mr. I. Tubben, mr. M. Willemse en mr. P.S. Bakker, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 14 februari 2023.

Het Verdrag van Lugano van 30 oktober 2007 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken tussen EU-landen en Zwitserland, Noorwegen en IJsland (PbEU L 339).

Het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken van 11 april 1980.

De Verordening EG nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomsten.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature