< Terug naar de zoekresultaten

Opties voor deze uitspraak



Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebieden:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:
Vindplaatsen:

Inhoudsindicatie:

Gelijkheidsbeginsel. Dat er vanwege een landelijke politieactie tijdelijk geen verkeersboetes zouden worden opgelegd voor kleine overtredingen, betekent niet dat hem in redelijkheid geen sanctie kon worden opgelegd voor rijden door rood.

Uitspraak



GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden

Zaaknummer

: Wahv 200.306.151/01

CJIB-nummer

: 239561022

Uitspraak d.d.

: 31 oktober 2022

Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam van 20 december 2021, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het verloop van de procedure

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.

De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen.

De betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 100,- voor: “doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat”. Deze gedraging zou zijn verricht op 24 februari 2021 om 09.49 uur op de Henegouwerlaan in Rotterdam met een fiets.

2. De betrokkene voert in hoger beroep aan dat de kantonrechter in zijn beslissing onvoldoende rekening heeft gehouden met het feit dat er ten tijde van het opleggen van de boete een landelijke politieactie was afgekondigd, waarbij nadrukkelijk is afgekondigd dat er in het kader van die actie geen boetes worden uitgeschreven voor kleine verkeersovertredingen, zoals het fietsen door rood licht. De betrokkene stelt zich op het standpunt dat de ambtenaar in kwestie zijn loonsverhoging heeft geaccepteerd en dus in feite de landelijke politieactie onderschrijft. Het voorgaande maakt dat de boete niet (langer) valt te rechtvaardigen. Ten slotte voert de betrokkene aan dat er sprake is van willekeur. Dit, omdat er een boete is uitgeschreven ondanks de landelijke politieactie. Hierbij stelt de betrokkene dat een burger mag uitgaan van een eenduidig beleid. In dit geval hoeft er dus geen boete voor een lichte verkeersovertreding te worden opgelegd die, aldus de betrokkene, niet in verhouding staat tot het gepleegde ‘delict’.

3. Gelet op de stukken in het dossier en in aanmerking genomen dat de betrokkene de gedraging erkent, is naar het oordeel van het hof komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Gelet op hetgeen is aangevoerd dient het hof te beoordelen of er andere redenen zijn om de sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen. Slechts bijzondere omstandigheden kunnen daartoe aanleiding geven.

4. Het hof stelt het volgende voorop. Op grond van artikel 2, derde lid, van de Wahv is de hoogte van de sanctie voor elke gedraging vastgesteld in de bij de wet behorende bijlage. Deze in hoge mate tariefmatige afdoening van gedragingen brengt mee dat de omstandigheden van het concrete geval niet licht van invloed zullen zijn op de hoogte van de opgelegde sanctie.

5. Naar het oordeel van het hof is er in het onderhavige geval geen sprake van bijzondere omstandigheden als vorenbedoeld. De omstandigheid dat de betrokkene niet doelbewust de gedraging heeft begaan en de verkeersveiligheid niet in gevaar zou hebben gebracht, zijn geen omstandigheden die aanleiding geven af te wijken van de vastgestelde tarieven. Het verrichten van een gedraging als de onderhavige kan op zichzelf al het opleggen van een sanctie rechtvaardigen. De mogelijkheid tot oplegging van een sanctie als de onderhavige heeft de wetgever niet afhankelijk gesteld van opzet of gevaarzetting.

6. De omstandigheid dat aan de betrokkene een sanctie is opgelegd, terwijl er in het kader van een landelijke politieactie geen sancties zouden worden opgelegd voor kleine verkeersovertredingen, brengt niet met zich dat de betrokkene van een sanctie gevrijwaard zou moeten worden. Voor zover de betrokkene een beroep doet op het gelijkheidsbeginsel, wordt dit verworpen. Immers, van een schending van het gelijkheidsbeginsel zou slechts sprake zijn indien zonder (juridische) geldige reden ten nadele van de betrokkene zou zijn afgeweken van geldend beleid met betrekking tot gedragingen als de onderhavige (vgl. Hof Leeuwarden, 8 oktober 2003, vindplaats op rechtspraak.nl ECLI:NL:GHLEE:2003:AM5326). Van een dergelijk beleid is niet gebleken. Een politieactie valt niet als zodanig aan te merken. De ambtenaar heeft op grond van artikel 3, eerste lid, van de Wahv , een discretionaire bevoegdheid om al dan niet een sanctie op te leggen in geval van een geconstateerde overtreding. De wijze waarop hij van deze bevoegdheid gebruik maakt kan slechts terughoudend door het hof worden getoetst. Niet kan worden geoordeeld dat de ambtenaar hier niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot de beslissing om een sanctie op te leggen.

7. Voor zover de betrokkene bedoelt aan te voeren dat de kantonrechter onvoldoende is ingegaan op zijn verweer, merkt het hof het volgende op. Artikel 13, tweede lid, van de Wahv schrijft voor dat de beslissing van de kantonrechter met redenen is omkleed. Het hof stelt vast dat in de beslissing van de kantonrechter de gronden zijn opgenomen die zijn aangevoerd en dat de kantonrechter gemotiveerd heeft aangegeven dat en waarom deze geen doel treffen. De omstandigheid dat de betrokkene zich niet kan vinden in de door de kantonrechter gegeven reactie en het om die reden niet eens is met die motivering, brengt niet mee dat er sprake is van een gebrekkige motivering. Deze grond treft geen doel.

8. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de kantonrechter het beroep terecht ongegrond heeft verklaard. Het hof zal die beslissing daarom bevestigen.

De beslissing

Het gerechtshof:

bevestigt de beslissing van de kantonrechter.

Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Reuver als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde jurisprudentie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature