U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Rijden met een (van rechtswege) ongeldig verklaard rijbewijs. Bevestiging vonnis rechtbank met aanvulling van het bewijs en de motivering van de vorderingen tot tenuitvoerlegging.

Uitspraak



Afdeling strafrecht

Parketnummer: 21-006006-18

Uitspraak d.d.: 20 oktober 2020

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 1 november 2018 met parketnummer 96-100330-18 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vorderingen tot tenuitvoerlegging, parketnummers 96-166662-16 en 18-124022-15, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,

wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 oktober 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde en veroordeling van verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd om de tenuitvoerlegging te gelasten van de onder parketnummer 18-124022-15 opgelegde straf, zijnde een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken. Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging van parketnummer 96-166662-16 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de proeftijd zal worden verlengd met twee jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. P.M. Iwema, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft bij vonnis van 1 november 2018, waartegen het hoger beroep is gericht, de verdachte ter zake van het rijden met een (van rechtswege) ongeldig verklaard rijbewijs veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken. Daarnaast is de tenuitvoerlegging gelast van de bij parketnummer 18-124022-15 opgelegde voorwaardelijke straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van vier weken. Ten aanzien van de voorwaardelijke opgelegde straf bij parketnummer 96-166662-16 is de proeftijd verlengd voor de duur van twee jaren.

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal het vonnis derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof de bewijsmiddelen en de motivering ten aanzien van de vorderingen tenuitvoerlegging aanvult.

Aanvulling bewijsmiddelen

Het hof vult de bewijsmiddelen aan met:

Een schriftelijk stuk, te weten een akte van uitreiking van de mededeling ongeldig rijbewijs van rechtswege, aan verdachte in persoon betekend op 23 mei 2018.

Vorderingen tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 16 juni 2016 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier weken (parketnummer 18-124022-15). Daarnaast heeft het openbaar ministerie gevorderd om ten aanzien van de voorwaardelijk opgelegde straf bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 2 november 2016, de proeftijd met twee jaren te verlengen. Deze vorderingen zijn in hoger beroep opnieuw aan de orde.

De tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van vier weken (parketnummer 18-124022-15) acht het hof passend en geboden. Het hof ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte en in hetgeen door de raadsman in hoger beroep naar voren is gebracht geen reden om af te wijken van de in eerste aanleg genomen – en door de advocaat-generaal gevorderde – beslissingen ten aanzien van de vorderingen tenuitvoerlegging.

BESLISSING

Het hof:

Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.

Aldus gewezen door

mr. M. Aksu, voorzitter,

mr. L.J. Bosch en mr. G.A. Versteeg, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. A. Dörholt, griffier,

en op 20 oktober 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature