Koopovereenkomst. Dwaling. Asbest. Gevolgen niet nakoming. Dwangsom. Transactie tussen twee professionals in de onroerend goedwereld inzake een bedrijfspand met toebehoren. In de veronderstelling dat de achtertuin erbij hoorde tekent de koper een koopvoorstel. Aan de koper bleek later dat de achtertuin er niet bij hoorde. Dat neemt niet weg dat een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Het beroep op dwaling strandt omdat onvoldoende onderbouwd is dat verkoper is tekort geschoten in zijn verplichting de koper te informeren over de juiste perceelsomvang. In koopovereenkomst is opgenomen een exoneratieclausule voor de aanwezigheid van asbest. Geen strijd met artikel 6:248 lid 2 BW door die aan koper tegen te werpen. Aan de veroordeling door de rechtbank (uitvoerbaar bij voorraad en op straffe van verbeurte van een dwangsom) tot medewerking aan levering en betaling van de koopsom geeft de koper geen gevolg. Daarop ontbindt verkoper de overeenkomst en levert aan een derde. Ontbinding is terecht. Koper wordt veroordeeld tot betaling van schadevergoeding en de verbeurde dwangsom.