Verdachte en medeverdachte zijn veroordeeld voor het witwassen van een contant geldbedrag van € 24.500,-. Medeverdachte heeft dit contante geldbedrag op de bankrekening van verdachte gestort en verdachte heeft vervolgens € 25.000,- overgemaakt naar de Staat ter voldoening van een zekerheidstelling voor de schorsing van de voorlopige hechtenis van de vader van medeverdachte. De feiten en omstandigheden rechtvaardigen een witwasvermoeden. Verdachte en medeverdachte hebben nagelaten een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring te geven voor de aanwezigheid en herkomst van het geld . Strafoplegging: taakstraf van 50 uren en verbeurdverklaring van een geldbedrag van € 24.500,-. Een geldbedrag van € 500,- moet worden teruggegeven aan verdachte.