Uitspraak
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001299-22
datum uitspraak: 14 maart 2023
TEGENSPRAAK (raadsvrouw gemachtigd)
Arrest van het gerechtshof Den Haag, zitting houdend te Amsterdam, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 16 september 2020 in de strafzaak onder de parketnummers 10-701008-20 en 10-266684-19, (TUL) en 10-690061-18 (TUL) tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres] .
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
De verdachte is door rechtbank Rotterdam vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 1 is tenlastegelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 28 februari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat de verdachte voor het onder 2 tenlastegelegde (ten aanzien van de diefstal van de sporttas van de aangever [aangever] ) zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken, met aftrek van het voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd de afwijzing van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde strafdelen in de zaken met parketnummers 10-266684-19 en 10-690061-18.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en zal dit derhalve bevestigen.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 tenlastegelegde.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. F.A. Hartsuiker en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van
mr. C.E. Dongelmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 maart 2023.
De jongste raadsheer en griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.