Uitspraak
beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.315.673/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 18 juli 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EDER CONSULT B.V.,
gevestigd te Roermond,
VERZOEKSTER,
advocaat: mr. R.A.J.C. Huijs, kantoorhoudende te Eindhoven,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LAPIS VASTGOED II B.V.,
gevestigd te Venray,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KORUND B.V.,
gevestigd te Venray,
2. [A],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat: mr. O.J.W. Reijnders, kantoorhoudende te Eindhoven.
1 Het verloop van het geding
1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 17 en 18 januari 2023, van 23 maart 2023 en van 10 juli 2023.
1.2
Bij de beschikkingen van 17 en 18 januari 2023 en van 23 maart 2023 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Lapis Vastgoed II B.V. over de periode vanaf 12 februari 2014, drs. E.A. Marseille RA te Amsterdam (hierna: de onderzoeker) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 22.750, exclusief btw.
1.3
Op 7 juli 2023 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van voormeld onderzoek, gedateerd op diezelfde datum, aan de Ondernemingskamer doen toekomen met daarbij gevoegd een specificatie van de aan het onderzoek bestede uren. Deze specificatie sluit op een bedrag van € 14.618,15, exclusief btw.
1.4
Bij de beschikking van 10 juli 2023 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het hiervoor genoemde onderzoeksverslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden en partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door de Ondernemingskamer te bepalen vergoeding van de onderzoeker.
1.5
Bij e-mail van 17 juli 2023 heeft mr. E.W.A. Tuijn namens Korund B.V. en [A] de Ondernemingskamer bericht geen opmerkingen te hebben over de hoogte van de vergoeding van de onderzoeker. Daarbij hebben Korund B.V. en [A] de Ondernemingskamer verzocht te bepalen dat de kosten van het onderzoek, in afwijking van artikel 2:350 lid 3 BW , dienen te worden voldaan door Eder Consult B.V.
1.6
Bij e-mail van eveneens 17 juli 2023 heeft mr. Huijs de Ondernemingskamer bericht dat Eder Consult B.V. zich voor wat betreft de (omvang van de) kosten van het onderzoek refereert aan het oordeel van de Ondernemingskamer en de Ondernemingskamer verzocht het onder 1.5 vermelde verzoek van Korund B.V. en [A] af te wijzen.
2 De gronden van de beslissing
2.1
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich over de door de onderzoeker opgestelde specificatie uit te laten. Tegen het bedrag aan onderzoekskosten zijn geen bezwaren aangevoerd. Dit bedrag komt de Ondernemingskamer ook niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal de vergoeding van de onderzoeker overeenkomstig artikel 2:350 lid 3 (https://www.navigator.nl/document/openCitation/%20id909d9174010088634e4eeaeadf8fb658?idp=LegalIntelligence) BW dan ook bepalen als hierna te vermelden.
2.2
Korund B.V. en [A] hebben aan hun verzoek te bepalen dat de kosten van het onderzoek, in afwijking van artikel 2:350 lid 3 BW , dienen te worden voldaan door Eder Consult B.V. het volgende ten grondslag gelegd. Zoals uit artikel 2:350 lid 3 BW blijkt, komen de onderzoekskosten in beginsel voor rekening van de rechtspersoon. Eder Consult B.V. heeft echter aangegeven bereid te zijn zekerheid te stellen voor de kosten en een voorschot te voldoen. Dit blijkt uit r.o. 3.15 van de beschikking van 17 januari 2023 in deze zaak en uit het plan van aanpak van de onderzoeker van 15 maart 2023. Eder Consult B.V., althans haar bestuurder en enig aandeelhouder [B] , moet de kosten van het onderzoek voldoen. Zij hebben zich hiertoe bereid verklaard tijdens de mondelinge behandeling. De rechtspersoon is nagenoeg leeg en een vordering tot voldoening van de onderzoekskosten zal de rechtspersoon dus niet kunnen voldoen.
2.3
Daartegenover heeft Eder Consult B.V. aangevoerd dat een wettelijke grondslag voor het verzoek ontbreekt.
2.4
De Ondernemingskamer zal het verzoek Korund B.V. en [A] afwijzen. Uit artikel 2:350 lid 3 BW volgt dat de rechtspersoon de kosten van het onderzoek betaalt. Eder Consult B.V. heeft ter zitting niet toegezegd in afwijking van dit artikel de kosten van het onderzoek te zullen te dragen.
3 De beslissing
De Ondernemingskamer:
bepaalt de vergoeding van de onderzoeker op € 14.618,15, de daarover verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
wijst het verzoek van Korund B.V. en [A] af;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.P. Wessels, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en prof. dr. mr. S. ten Have en dr. M.J.R. Broekema RV, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2023.