Uitspraak
beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.294.412/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 5 januari 2022
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TWEEDE B5 HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER,
advocaat: mr. B.J. Hermans, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE KLEINSTE REUS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaat: mr. W.A. Westenbroek, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FFVF HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Bentveld, gemeente Zandvoort,
2. [A] ,
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat: mr. W.A. Westenbroek, kantoorhoudende te Amsterdam.
1 Het verloop van het geding
1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 10 en 11 augustus 2021 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans nog van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van De Kleinste Reus B.V. over de periode vanaf 31 december 2019, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, mr. J.H. van Woudenberg te Amsterdam (hierna: Van Woudenberg) benoemd tot bestuurder en mr. M.L. Bremer (hierna: Bremer) te Amsterdam aangewezen als beheerder van aandelen.
1.3
Bij e-mailbericht van 31 december 2021 heeft mr. Westenbroek gemeld dat partijen een regeling in der minne hebben bereikt en dat de getroffen onmiddellijke voorzieningen kunnen worden beëindigd.
1.4
Mr. Hermans heeft bij e-mailbericht van 31 december 2021 het bericht van mr. Westenbroek bevestigd.
1.5
Mr. Van Woudenberg heeft mede namens mr. Bremer per brief van 31 december 2021 eveneens bevestigd dat in onderhavige zaak een minnelijke regeling is bereikt waarmee het geschil tussen partijen is geëindigd. Dit leidt ertoe dat ook wat mrs. Van Woudenberg en Bremer betreft de onmiddellijke voorzieningen kunnen worden beëindigd.
2 Gronden van de beslissing
Nu partijen hebben verzocht deze procedure te beëindigen omdat tussen partijen een regeling is getroffen, mrs. Van Woudenberg en Bremer met het verzoek instemmen en de Ondernemingskamer niet is gebleken van enig belang dat zich tegen de toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het verzoek inwilligen aldus dat zij het onderzoek zal beëindigen en de getroffen onmiddellijke voorzieningen zal opheffen, een en ander met ingang van heden.
3 De beslissing
De Ondernemingskamer:
beëindigt, met ingang van heden, het bij beschikking van 10 augustus 2021 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van De Kleinste Reus B.V.
heft op, met ingang van heden, de bij beschikking van 10 augustus 2021 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. M.P. Nieuwe Weme, raadsheren, en drs. J.S.T. Tiemstra RA en drs. C. Smits-Nusteling RC, raden, in tegenwoordigheid van mr. N.E.M. Keereweer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2022.