Uitspraak
beschikking
___________________________________________________________________
zaaknummer: 200.265.859/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 21 januari 2022
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] ,
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaat: mr. J.E. Stam, kantoorhoudende te Naarden,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B] ,
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTER,
advocaat: mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C] ,
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: voorheen mrs. J.P.P. Latour en D.A.Q. Willemse, kantoorhoudende te Amsterdam, thans mr. J.C.F. Kooijmans, kantoorhoudende te Zwolle.
In het vervolg zal verweerster (ook) worden aangeduid met Food Group.
1 Het verloop van het geding
1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 20 en 23 september 2019, 12 en 13 november 2019, 18 en 24 maart 2020, 29 mei 2020, 6 oktober 2020, 30 november 2020 en 30 december 2021 en naar de beschikking van de raadsheer-commissaris in deze zaak van 10 december 2021.
1.2
Bij de beschikking van 20 september 2019 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Food Group over de periode vanaf 1 januari 2018 en een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten.
1.3
Bij de beschikking van 6 oktober 2020 heeft de Ondernemingskamer mr. R.J.W. Analbers te Amsterdam (hierna: de onderzoeker) aangewezen als onderzoeker.
1.4
Bij bericht van 19 januari 2022 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van het in 1.2 bedoelde onderzoek aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.5
De griffier heeft het verslag heden ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.
2 De gronden van de beslissing
De Ondernemingskamer heeft kennis genomen van het verslag van het onderzoek. Gelet op de inhoud daarvan en op de overigens in deze zaak betrokken belangen, acht de Ondernemingskamer termen aanwezig om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.
3 De beslissing
De Ondernemingskamer:
bepaalt dat het verslag van het bij de beschikking van 20 september 2019 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [B] ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en drs. C. Smits-Nusteling RC en prof. dr. mr. S. ten Have, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2022.